Paraguay : sojateelt
Paraguay : sojateelt breidt uit en boeren worden vastgezet
door : Javiera Rulli van de Grupo de Reflexion Rural, Argentinië
Paraguay is een extreem geval binnen de MERCOSUR van soja : hier toont de agro-industrie haar meest gewelddadige en wrede gezicht. Aan iedere hektare soja in Paraguay kleeft het bloed van de landelijke gemeenschappen. Voor de agro-industrie is rurale landbouw een hinderpaal die opgeruimd moet worden om te kunnen uitbreiden. Paraguay is een land dat tot op de dag van vandaag nog een levende rurale en inheemse cultuur kent; de meerderheid van de bevolking leeft op het platteland en probeert in eigen levensonderhoud te voorzien.
Maar de landeigendom is vanuit het verleden zeer ongelijk verdeeld. Minder dan 2% van de bevolking in Paraguay bezit 70% van het land. De toename van het agrarisch exportmodel van soja en de uitbreiding van de ggo-soja monoculturen vormen de laatste paar jaar een ernstige bedreiging voor de landelijke en inheemse gemeenschappen. De regering onder Duarte Frutos, die is betrokken bij een keten van corruptie en de steun heeft van bedrijven in de agrobusiness zoals Monsanto, Cargill, Dreyfuss, en Syngenta, pleegt steeds driester en straffelozer geweld tegenover boerenorganisaties. De ggo-soja wordt het land binnengebracht langs de weg van VS-soldaten, maar ook als aflossing van schulden door het Wereldnatuurfonds,WWF of door USAID. We ontwaren reeds Paraguay's toekomst met door grote bedrijven beheerste landbouw met ggo-zaden en van de wouden blijven nog maar de resten. Amerikaanse soldaten zullen in de toekomst de militaire detachementen opleiden, en in hun vrije tijd het onderwijs en de gezondheid van de plattelandsbevolking in het oog houden.
Terwijl de bedrijven met domeinen van duizenden hektaren uitbreiden en zij die al lang op goede voet staan met Stroessner ongeveer 12 miljoen hektaren in eigendom hebben, hokken de kleine boeren samen op lapjes grond ter grootte van 1 tot 3 ha. In Paraguay beschouwt men een gezin met minder dan 5 ha als landloos, omdat ze met zo'n klein stukje grond niet zelfvoorzienend kunnen zijn. Belarmino Balbuena, leider van de Movimiento Campesino Paraguayo (Beweging van de kleine boeren in Paraguay), zegt dat soja het hele oostelijke deel van het land overheerst en nu het midden van het land vernietigt. Departementen zonder sojateelt bestaan niet meer, volgens hem. Balbuena schat dat de conflicten over grond bijna voor de helft sojatelers betreffen en in het algemeen de meest gewelddadige zijn. De reeks sojaproducenten is gevarieerd; onder hen zijn Brazilianen, Duitsers, Italianen en grote bedrijven zoals Cargill, Dreyfuss en ADM.
De gevolgen van het monocultuurmodel van ggo-soja, dat zich over alle delen van Paraguay uitbreidt, zijn talloos : doden door vergiftiging, overweldigende intoxicaties, verdrijving van het land, vervreemding van nationaal grondgebied en een verlies aan soevereiniteit. In het oostelijke deel van het land zijn de Paraguayanen in de minderheid en worden opzij gedrukt door de vestiging van buitenlandse sojaproducenten. Ggo-soja wordt vooral gepromoot door groepen Brazilianen die werken met paramilitaire groepen en de methoden van doodseskaders bezigen (een gangbare praktijk in Brazilië).
De soja verspreidt zich en de kleine boeren gaan de gevangenis in
Sinds het jaar 2000 zijn de soja-monocultures van 1,1 naar 2,05 miljoen ha toegenomen. Deze expansie leidde tot de uitstoot van landarbeiders en inlandse bevolking, die nog werd versterkt toen deze mensen zich organiseerden en gecriminaliseerd werden. Tussen 1994 en 1998 waren er 100 onteigeningen; tussen 200 en 2003 waren er 69 en in 2004 sprong het aantal geregistreerde onteigeningen naar 66 [in één jaar]. De laatste 125 jaar werden 6122 landarbeiders gearresteerd. De laatste paar maanden zijn 46 mensen veroordeeld tot 2, 3 of 4 jaar gevangenisstraf wegens hun aandeel in grondbetwistingen en meer dan 600 landarbeiders zijn door verschillende gevangenissen in het land gegaan. In feite zijn er in het hele land 2800 mensen aangeklaagd. De aanklachten zijn selectief en betreffen in het algemeen de leiders; een toespraak op de radio is al reden genoeg.
Sinds president Duarte Frutos in 2004 een overeenkomst tekende met de sojaproductenten en de militairen, is gewelddadige onteigening een gangbare praktijk geworden. Aan de onteigeningen gaat geen enkele waarschuwing vooraf. De politie treedt op samen met militairen en de paramilitairen van de grootgrondbezitters onder toezicht van de districtsprocureur. Zij verrassen de boeren tussen twee en drie uur in de nacht, vallen hun huizen binnen en arresteren alle gezinsleden. Er komen gevallen voor van opsluiting, van het toedienen van slagen en gebruik van vuurwapens. De vrouwen en kinderen en zelfs gewonden worden in hechtenis genomen en er zijn veel gevallen van onderbroken zwangerschappen als gevolg van slagen tijdens de uitdrijvingen. De soldaten stelen alle eigendommen van de mensen, verwoesten hun huizen, hun oogst, en doden hun dieren. De uitdrijvingen betreffen niet alleen pas gevestigden, maar soms ook de oudere gevestigde gemeenschappen, waaronder die met legale aanspraken met de grond. Deze acties worden toegepast om de gemeenschap angst aan te jagen zodat ze de mensen niet te hulp komen.
INDERT lijkt meer op een immobiliënkantoor
Sinds de zestiger jaren bestaat er in Paraguay een promiment programma voor landhervorming onder leiding van INDERT (Nationaal Instituut voor rurale ontwikkeling). De grootste hindernis voor het doorvoeren van landhervorming is het gegeven dat in Paraguay alle land is opgedeeld in particuliere percelen en er nauwelijks openbare eigendom over is. De taak van de departementale agenten van INDERT is het coördineren van de onteigening van uitgebreide niet-productieve domeinen, van onrechtmatige grondoverdrachten en het toekennen van nog resterende openbare gronden. Maar deze agenten opereren meer als makelaars, bezig met het speculeren in grond die aantrekkelijk is voor sojaproducenten. En zij verdienen bij met de commissies die zij ontvangen van de sojaproducenten.
Deze zelfde corruptie vinden we ook bij de districtsprocureurs van de staat, die iedere uitdrijving en aanhouding van een boer ondersteunen. Het zijn de agenten van INDERT die de gronden overdoen aan Braziliaanse burgers. Die beantwoorden niet aan de criteria voor het landhervormingsprogramma van INDERT, maar zij betalen contant en vehogen het commissieloon van de departementale agenten.
INDERT's departementale agenten maken misbruik van de precaire situatie van de boeren en bieden hun geld als ze hun gronden verlaten en regelen voor hen een verkoop van 'derecheras' wat de verkoop van het gebruiksrecht op naam van de daar gevestigde boer inhoudt. De gezinnen krijgen er wat geld voor en verhuizen naar de armere gebieden aan de randen van de steden in het geloof dat hun daar betere kansen wachten. Na een paar jaar hebben die families alles verloren en keren terug waarmee ze de lange lijst van landloze mensen die het land rondtrekken vergroten. In ander gevallen verhuizen deze ontheemden naar andere landen op zoek naar werk. Het is niettemin nodig erop te wijzen dat de verkoop van de gebruiksrechten van land volledig illegaal is omdat dit niet beantwoordt aan het statuut van INDERT waarin staat dat gronden gedurende een periode van tien jaar onvervreemdbaar zijn.
Door 'derechera', de verkoop van gebruiksrechten, vallen gemeenschappen uiteen. De meerderheid van degenene die de gronden kopen gebruiken die om soja te verbouwen. Zij komen aan met gewapende wachten en met agrochemicaliën. Het geweld jegens de buren neemt toe, de mensen worden ziek en verliezen hun teelten als gevolg van de bespuitingen. Bovendien wordt hun voortdurend schrik aangejaagd door gewapende groepen en politie. Verzet namens boerenorganisaties tegen de verkoop van gebruiksrechten van land is een van de eerste oorzaken van geweld in de gemeenschappen. Directe conflicten met de sojaproducenten doen zich voor als militanten van de organisaties van landarbeiders zich verzetten tegen het verlies van gronden, de onrechtmatigheid ervan aanklagen en de gronden weer bezetten tesamen met andere landloze families. Om deze redenen verzetten de organisaties van landarbeiders zich tegen iedere vorm van binnendringen van soja in hun gemeenschappen.
Internationale solidariteit met Paraguay
De regeringsplannen ter bevordering van de uitbreiding van de ggo-soja monoculturen naar 4 miljoen ha vormen een frontale aanval niet alleen op de rurale en inheemse gemeenschappen maar ook op heel de toekomst van Paraguay. De golf van beschuldigingen aan het adres van de boerenorganisaties verergt de landbouwcrisis. De weigering van INDERT om te onderhandelen met de boeren die in beschuldiging zijn gesteld of met de bezettingsgroepen die grote improductieve domeinen bezetten houdt absoluut een weigering in om de situatie van de landlozen op te lossen. De onverschilligheid van de regering voor het feit dat mensen worden besmet door agrochemicaliën, met talloze gevallen van overlijden, abortus, of misvorming van pasgeborenen vormt een bewijs voor de misdadige medeplichtigheid van de maffia rond Duarte. Het is dringend nodig dat de internationale gemeenschap reageert op deze ernstige mensenrechtenschendingen, deskundigen stuurt die toezicht houden op de naleving van de mensenrechten, vragen stelt en druk uitoefent op de daden van de regering van Nicanor Duarte Frutos.
Via Campesina en de Movimiento Agrario Popular of Paraguay tesamen met de Rural Reflection Group (GRR) and the Group of Legal Support for the Access to the Land (GAJAT)- beide van Argentinië – met steun van de NGO BASE-IS werken aan een internationale campagne om de inbreuken op de mensrechten aan te klagen die in Paraguay plaatsvinden als gevolg van de soja monocultuur. Er is een initiatief voor een aanklacht bij internationale mensenrechteninstellingen tegen de moord en uitdrijving van de Tekojoja gemeenschap in samenwerking met FIAN en COHRE. Daarbij wordt opgeroepen tot een onderzoek naar de acties van de regering van Paraguay inzake mensenrechten en de rechten van rurale gemeenschappen. We hebben gevraagd dat zij ter plaatse een onderzoek doen waar deze incidenten hebben plaats gehad en de slachtoffers ondervragen, hun families en vrienden en andere getuigen van de gewelddaden die hebben plaatsgevonden.
De laatste ontwikkelingen in 2005
Op 9 oktober verdween Esteban Hermosilla en hij werd op 17 oktober 2005 teruggevonden in het district Curuguaty van het departement Canindeyú. Esteban werd gekidnapt, gemarteld, vermoord en half begraven door de bullebakken Waldir Presen Da Silva en Wilmar Presen Da Silva van de Joaquín Fernández Martin Ranch. Als bewijsstuk sneden ze zijn oor af om het later te overhandigen aan hun bazen. Verder is er sprake van de verdwijningen van diverse andere landarbeiders, maar die zijn nooit opgehelderd.
Op 20 oktober vond er een uitdrijving plaats met het platbranden van 20 boerderijen en de diefstal van twee motorbikes in de 3e-Juni-nederzetting in het district Tavai, departement Caazapá, waar sinds meer dan drie jaar 250 families gevestigd waren. De uitdrijving stond onder leiding van de districtsprocureur Vidal Francia van het district Caazapá en werd uitgevoerd door ongeveer 50 politiemensen en gewapende bullebakken.
Op 29 september 2005 verdween Adriano Medina, 15 jaar oud, en werd dood teruggevonden op 18 oktober 2005 op de eigendom van Ivo José en Douglas Muller. Dit viel voor in het district Iruña, departement Alto Paraná.
Op 19 september poogden twee door de eigenaar van een groot domein betaalde politiemensen Benito Gavilán te vermoorden. Hij is leider van zijn gemeenschap "María Antonia" in het district Mbuyapey, departement Paraguari. Nadien braken ze herhaaldelijk binnen in de gemeenschap op zoek naar de gewonde. Na drie dagen kon Benito ontsnappen en een ziekehuis bereiken waar werd vastgesteld dat een kogel zijn oog had versplinterd.
Op 24 juni werd de rurale gemeenschap van Tekojoja in het departement Caaguazú op brute wijze verjaad door een politiemacht. 270 mensen werden verjaagd, 54 huizen en oogsten brandden af, twee mensen werden vermoord en meerderen gewond, 130 mensen waaronder vrouwen en kinderen, werden gevangen genomen. Deze uitzetting gebeurde met de medewerking van de eigenaar van een groot sojadomein, Opperman, en zijn paramilitaire troepen. Zij doodden Anél Cristaldo, 20 jaar oud en Leopoldi Torre, 49 jaar oud en verwondden vijf mensen. Tot op de dag van vandaag verblijven de 54 families in een gebrekkig kampement zonder enige vorm van ondersteuning.
Voor meer info: javierarulli@yahoo.com
www.grr.org.ar