Gezonde landbouw
Landbouw kán gezond zijn: gezond eten voortbrengen, waardevol werk bieden, mee zorgen voor een leefbare planeet. Goed dus voor eters, boeren en anderen in de voedselketen. Voor bodem, ecosystemen tot en met de hele planeet. Vandaag wordt zo’n gezonde landbouw verdrukt door het huidige voedselsysteem. Industriële landbouw en dito voedselnijverheid overheersen met rampzalige gevolgen. Maar: er zijn ook alternatieven.
Het huidige voedselsysteem
Een voedselsysteem omvat alle activiteiten die nodig zijn om voedsel te telen en kweken, te verwerken en te verdelen en als voeding te gebruiken.
Het voedselsysteem omvat dus een breed aantal aspecten:
- De schakels waarlangs ons voedsel passeert: van boer, via verwerker en verdeler tot eters.
- De relaties tussen die spelers (hoeveel verdient de boer?)
- De relatie met de omgeving (hoe evolueert de biodiversiteit? warmt het klimaat op?)
- De relatie met politiek (wie geeft het beleid vorm?)
Vandaag ligt het centrum van ons voedselsysteem bij de agroindustrie en voedselnijverheid. Zij bepalen wat en hoe er geteeld wordt, hoe het geproduceerde verwerkt wordt, hoe het verdeeld wordt, zelfs tot en met hoe het gegeten wordt. En dat is nefast: want in plaats van bijvoorbeeld gezondheid, smaak en duurzaamheid zijn de drijfveren nu meestal winst en groei.
Dat systeem wordt gedragen door de landbouwers en hun belangengroeperingen, door de verwerking en de distributie en uiteindelijk door de consumenten. Al kennen ze allemaal de nadelen ervan voor het milieu, de biodiversiteit, het klimaat. Toch gaan de spelers erin mee, omdat de macht in het voedselsysteem nu vooral ligt bij de grote actoren: ketenspelers zoals de voedselindustrie en supermarkten.
Een van de gevolgen die de betrokkenen zelf het meest ervaren, is hun economisch afhankelijke positie. Die uit zich in de prijzen. De landbouwers zijn prijsnemers. Niet tevreden? Dan moet je maar meer produceren, groeien dus. Of stoppen.
Ook de consumenten betalen de prijs die op de verpakking met een streepjescode is aangegeven. Zij hebben dan wel nog de keuze tussen verschillende merken, al is het niet altijd duidelijk waarvan het prijsverschil komt. Ze kiezen dus meestal als consument voor het goedkoopste product, ook al gaat dat tegen hun kennis of waarden als burger in.
Tot slot blijven ook de kosten die de maatschappij draagt of doorschuift naar de volgende generaties doorgaans buiten beeld.
Wie betaalt de prijs van goedkoop voedsel?
Boeren
Hoe hard ze ook werken, boeren verdienen vandaag meestal geen eerlijk inkomen, hoewel ze het meeste risico dragen. Ze zijn te vaak prijsnemers en geen prijszetters. Eigenlijk is er machtsmisbruik door de grotere spelers in de keten: verwerkers, verdelers.
Eters
We zijn er ons niet altijd van bewust maar de kwaliteit van ons voedsel is vaak ondermaats. Snelheid of lange bewaarbaarheid lijkt belangrijker geworden dan smaak of gezondheid. Voedsel wordt ultraverwerkt, verzadigt niet meer en leidt bijvoorbeeld tot de obesitasepidemie.
Planeet
Het huidige voedselsysteem veroorzaakt heel wat crisissen: de biodiversiteit, de stikstof, de klimaat, etc. zijn allemaal gelinkt aan ons huidig voedselsysteem. Zowel de lokale als de mondiale draagkracht van het milieu wordt overschreden door de landbouw.
Tijd voor een andere aanpak
Een fair en gezond voedselsysteem zorgt voor eerlijke lonen voor boer.inn.en, voor gezonde voeding en voor een leefbare planeet.
Nu komt het hoopvolle deel. Mensen nemen verschillende schakels van het voedselsysteem in eigen handen. Zij gaan tegen de stroom in. Dat kan aan het begin van de keten zijn. Agro-ecologische boeren maken zich onafhankelijker van schadelijke chemische inputs en verhogen hun autonomie. Ze herstellen bodemvruchtbaarheid met meer biodiversiteit. Ze doen aan herstellende landbouw.
Het kan ook aan het einde van de keten zijn: eters (niet zomaar ‘consumenten’) verenigen zich en starten bijvoorbeeld samenwinkels op, waarbij niet de winst centraal staat maar eerlijkheid, gezondheid en ecologie. Door kortere ketens en coöperatieve spirit vermijden zij de systeemfouten van bij de aanvang.