Brief aan Minister-president Leterme
Geachte heer de Minister,
Als Werkgroep voor een Rechtvaardige en Verantwoorde landbouw, wenst Wervel u succes toe in uw nieuwe opdracht als Vlaams Minister voor Landbouw. Vanuit het maatschappelijk middenveld heeft Wervel oog voor de landbouw- en voedselpolitiek in Vlaanderen en in de wereld. We hebben in de loop der jaren hierover een eigen visie uitgebouwd en van daaruit trachten we regelmatig een aantal signalen te geven. Wij hopen dat we die signalen ook in Uw richting mogen sturen en rekenen hierbij alleszins op een constructief overleg tijdens de komende jaren.
In de aanloop naar de verkiezingen hebben we trouwens gepeild naar de houding van de verschillende politieke families tegenover een aantal van de thema’s waarin Wervel zich verdiept. Via één van uw wetenschappelijk medewerkers, Dirk Peusens, kregen we alvast een positieve reactie. We hopen dan ook verder te kunnen bouwen op deze contacten en willen meteen de koe bij de horens vatten. Vanuit de themagroep landbouwbeleid wil Wervel graag enkele prioritaire, maar concrete suggesties meegeven.
In eerste instantie denken wij dat de recent gesloten akkoorden in het kader van de WTO-onderhandelingen verworpen moeten worden, niet alleen omdat de besluiten op ondemocratische wijze tot stand komen, maar ook omdat het een zoveelste stap is in de verkeerde richting. Eens te meer wordt landbouw gebruikt als pasmunt voor de toegang tot de markten in het zuiden met industriële goederen. Subsidies aan de landbouw worden zogezegd verminderd, maar eigenlijk gaat het grotendeels over een overheveling naar andere categorieën of “boxes” van de WTO-akkoorden.
Wervel stelt daartegenover dat subsidies aan de landbouwers niet per definitie afgeschaft moeten worden. We vinden wel dat gesubsidieerde producten niet uitgevoerd mogen worden naar landen buiten de EU. Dat betekent dus concreet dat we pleiten voor vormen van aanbodbeheersing.
Dit principe kan (concreet) toegepast worden op de suikersector (reductie tot 100%). Met de voorgestelde hervormingen doet de Europese Commissie heel wat suikerboeren de das om. Dat is onaanvaardbaar. Maar het is evenmin aanvaardbaar dat wij als machtig Europees blok suiker blijven dumpen. Daarom stellen we voor om de bestaande quotaregeling voor suiker te behouden, maar de productie te verminderen tot het niveau van de eigen consumptie.
Een derde maar zeer concreet element is de invoering van de cross-compliance. Wervel stelt dat de cross-compliance geen aanleiding mag vormen om de landbouwers nogmaals op stang te jagen. De natuurbeweging in Vlaanderen heeft al te kennen gegeven dat ze de voorwaarden van de cross-compliance wil aangrijpen om nieuwe beperkingen op te leggen aan de boeren. Dit zou de polarisatie tussen landbouw en natuur echter alleen maar vergroten. Het tegen elkaar opzetten van landbouw en natuursector verlamt de dialoog al jaren en heeft, noch voor de boeren, noch voor natuur winst opgeleverd. Wervel stelt daartegen dat je geen duurzame landbouw creëert met nieuwe normen en regeltjes voor de boeren. Wel moet het landbouwbeleid echt gericht zijn op een beter evenwicht met de omgeving en het milieu.
Concreet kan dit o.a. toegepast worden bij het uitwerken van een nieuw mestbeleid. In plaats van te dweilen met de kraan open, dienen de nutriëntenstromen aangepakt te worden. De massale import van veevoeders (o.a. soja) vormt immers nog steeds een knelpunt voor een gezond leefmilieu in Vlaanderen. Deze invoer van nutriënten is een rechtstreeks gevolg van de bestaande WTO akkoorden. Maar die nutriënten blijven achter in onze Vlaamse bodems. Onze handelsakkoorden druisen dus regelrecht in tegen de principes van de ecologische kringloop. Met de cross-compliance kan hieraan niets veranderd worden. Dit kan wel met een ander landbouw- en mestbeleid.
Om landbouwers meer efficiënt in te schakelen in het beheer van het Vlaamse landschap en van de natuur, moet ook het grondbeleid bijgeschaafd worden. De Vlaamse overheid stoot alle eigendommen af die in landbouwgebruik zijn en investeert met dit geld in gronden die enkel voor natuur bestemd zijn. Wervel vraagt echter van de overheid dat ze niet alleen gronden aankoopt (of subsidieert) voor de realisatie van natuurdomeinen. Ook gronden voor duurzame landbouwuitbating kunnen eigendom zijn en blijven van de overheid. Wervel vraagt daarom een evenwicht tussen aankoop van gronden voor natuur en gronden voor landbouwuitbating. Vooral in de zones voor verweving tussen landbouw en natuur zou dit een belangrijke meerwaarde vormen. Om dit grondbeleid efficiënt te maken is er wellicht ook een aanpassing van de pachtwet nodig op federaal niveau.
Om de landbouw meer duurzaam te maken is het bovendien van belang dat biologische landbouw en verbrede landbouw (o.a. rechtstreekse verkoop) echte kansen krijgen. Tijdens de vorige legislatuur zijn er een aantal goede initiatieven genomen. Die mogen zeker niet gecounterd worden, maar moeten verder uitgebouwd worden. We denken hierbij aan de uitbreiding van de subsidies voor biolandbouw na de omschakeling, de erkenning van hoeveproducten enz. Maatregelen voor biologische en verbrede landbouw mogen geen verpakking zijn om de landbouwsector wat beter te doen ogen. Het moet meer zijn dan een randgebeuren.
Tenslotte wensen wij de aandacht te vestigen op de introductie van GGO’s in onze voedselketen. Wervel is ervan overtuigd dat dit nefast is voor landbouwers, consumenten en voor het milieu. Toch stellen we vast dat de druk op de ketel blijft verhogen: langzaam maar zeker duwt de lobbymachine van grote bedrijven de GGO’s door de strot van de consument. Het is aan de politiek, en dus ook aan de Minister van Landbouw, om de burgers te vertegenwoordigen. Als de burger geen GGO’s op zijn bord wenst, dan is het aan de overheid om hiervoor te zorgen. Wervel stelt dan ook voor om via een breed maatschappelijk debat de houding van de bevolking tegenover GGO’s bloot te leggen. De wensen en behoeftes van de bevolking, en niet die van de bedrijven, moeten de leidraad voor het beleid vormen. Pas dan hebben we een economie die ten dienste staat van de mensen en niet omgekeerd.
Met dit schrijven geeft Wervel een aantal prioriteiten en accenten weer, die volgens ons van belang zijn voor de komende regeerperiode. Goed beleid maken is geen sinecure. Daar zijn we ons van bewust. We hebben dan ook getracht om enkele haalbare suggesties te doen, die in de lijn liggen van onze visie op het landbouw- en voedselbeleid. We rekenen dan ook op een reactie.
Namens Wervel,