Ga naar de inhoud

Winkels waar niet de winst centraal staat, maar wel de toegang tot goed voedsel. Waar burgers en boeren elkaar vinden en een eerlijke prijs afspreken. Dat zijn samenwinkels. Je vindt ze op verschillende plekken in Vlaanderen en Brussel, in allerlei vormen. Arthur ging op bezoek bij Eco & Fair, een coöperatieve samenwinkel in Herzele. 

Wat zijn samenwinkels precies? Waar vind je ze en wat doet Wervel voor samenwinkels? Dat lees je hier.

Producten met ecologische en sociale meerwaarde

Eco & Fair is een coöperatieve in hart en nieren. Het ontstond in 2015 uit de solidariteitsactie Grenterance waarbij Climaxi Griekse boeren wou ondersteunen toen het land economisch aan de grond zat en tegelijk geconfronteerd werd met een grote migratiestroom. Met deze campagne werden olijven en olijfolie geïmporteerd naast rugzakken en zeepjes. Vandaag steunt Eco & Fair een ecologische en rechtvaardige wereld door producten van Europese initiatieven te verkopen via een zo kort mogelijke keten. Daardoor komt er meer winst terecht bij de producent. Ze gaan voor producten van initiatieven die bouwen aan solidaire en faire wereld. Je vindt er kwaliteitsproducten die niet via de retailsector beschikbaar zijn en die een ecologische en sociale meerwaarde hebben. 

Met Eco & Fair willen de initiatiefnemers Climaxi, Uilekot en Wereldwinkel Herzele inzetten op zelf-organisatie. Eco & Fair heeft verschillende verkoopskanalen: een webshop die levert bij mensen thuis of depots in de stad, eigen winkels in Herzele en sinds kort ook in Antwerpen. Daarnaast kan je hun producten ook vinden bij bevriende winkels. Eco & Fair is geen doel op zich maar wilt vooral een voorbeeld zijn van hoe sociale organisaties het heft terug in eigen handen kunnen nemen. “In het huidige politieke bestel hebben kritische linkse stemmen het steeds moeilijker”, vertelt Climaxi-medewerker Katrin, “via de verkoop kunnen we onze stem laten horen”.

Verbinding met de buurt

Tegelijk zijn de winkels ontmoetingsruimtes waar ideeën kunnen rijpen en mensen kunnen samenwerken. “Daarom zoeken we steeds verbinding met lokale organisaties: in Herzele werken we samen het ‘t Uilekot, in Antwerpen met het Ecokot en Peperfabriek, in Oostende hebben we goede banden met O.666”. 

De winkels hebben elk hun eigen karakter: een stedelijke context in Berchem is anders dan het landelijke Herzele. De lokale groepen zetten zelf hun prioriteiten en kijken wat hun ambities zijn. In Herzele verkopen ze sinds kort bijvoorbeeld ook verse producten van lokale boeren. In de winkel in Antwerpen hebben ze een fototentoonstelling over de Zapatisten. 

Uitdagingen en kansen

Eco & Fair bestaat nu meer dan 6 jaar. Dankzij opstartsubsidies konden ze onder meer de webshop ontwikkelen, en dat vindt Katrin zeer belangrijk. “Om te kunnen koken moet je eieren kunnen breken. Dankzij de subsidies hebben we kunnen experimenteren en onderzocht wat wel en niet werkt.” Ze denkt dat dit ook het beste is voor andere coöperatieve winkels. “Er is geen groot stappenplan dat je kan gebruiken om een winkel op te richten. Wel is het erg belangrijk om te kijken waarom je voor een coöperatief model wilt kiezen. Voor ons klopt het coöperatieve model als een positief en werkbaar alternatief voor de winkels die louter gaan voor economische winst.” 

Dat zorgt voor een interessant leerproces. “We hebben onze ideologische voorkeuren, maar we mogen de economische realiteit niet negeren: onze winkel moet levensvatbaar zijn op lange termijn. “Voor andere coöperatieve winkels is de keuze voor dit model vaak minder ideologisch ingegeven. Zij gaan soms ook andere keuzes maken in de producten die ze verkopen, of klanten die ze willen aantrekken.”
Op termijn wil Eco & Fair haar eerste eigen werknemer hebben, momenteel doen werknemers van Climaxi en het ‘t Uilenkot het gros van het werk samen met enkele vrijwilligers. De coöperatie vergoedt de organisaties hiervoor, maar ze merken dat dit model niet kan blijven duren. Om een eerste werknemer aan te nemen is het erg belangrijk dat onze omzet stijgt. . 

Iedereen kan bij Eco & Fair ook aandeelhouder worden. Mensen doen dat niet omdat ze een jaarlijks dividend verwachten, maar omdat ze geloven in het concept. Eigenlijk investeer je als aandeelhouder in maatschappelijke verandering.