Ga naar de inhoud

Wonen in de nabijheid van sojavelden schaadt de gezondheid. De bestrijdingsmiddelen die met sproeivliegtuigjes worden aangebracht zijn kankerverwekkend. De moeders van een door ziekte geteisterde Argentijnse gemeente brachten het probleem aan het licht. Een ‘stille epidemie’ brengt in Argentinië vele mensenlevens in gevaar.

Sofía Gatica woont samen met haar man en drie kinderen in Ituzaingó-Anexo, aan de rand van de Argentijnse stad Córdoba. De boomgaarden die de gemeente destijds omzoomden, maakten een tiental jaren geleden plaats voor sojavelden. Sindsdien is er meer veranderd dan het landschap alleen. Het aantal kankergevallen, hersentumoren, huidaandoeningen, leukemiepatiënten, miskramen en misvormingen is zienderogen toegenomen. “Ons lichaam is een tijdbom!” zegt Sofía.

“Het viel mij op dat er in de buurt steeds meer vrouwen rondliepen met een hoofddoek om hun kaalheid te verbergen en er waren ook veel kinderen met kanker.” Zegt Sofía Gatica. Dit verontrustte de jonge moeder zodanig dat ze op onderzoek uitging. Ze verzamelde gegevens van alle patiënten en bracht zo Sofía het ziektebeeld van Ituzaingó-Anexo in kaart. “In onze straat waren er al 20 twintig gevallen van kanker en leukemie.”

Samen met enkele buren, die later de groep Moeders van Ituzaingó-Anexo zouden oprichten, diende Sofía het rapport in bij het ministerie van Gezondheid. De buurtbewoners eisten een grondig onderzoek en doeltreffende aanpak van de oorzaken.

De resultaten waren alarmerend. Zowel in het drinkwater als in de bodem zaten verschillende  herbiciden en insecticiden. Edgardo Schinder die het onderzoek leidde, verklaarde Ituzaingó-Anexo onbewoonbaar . De epidemioloog ziet enkel in de evacuatie van de 5000 inwoners een oplossing. Vandaag telt de gemeente meer dan 200 mensen met kanker.

De soja die rondom Ituzaingó-Anexo verbouwd wordt, is -net zoals 90% van de soja in de wereld- een product van Monsanto dat Roundup Ready heet. Dit is een genetische gemodificeerde variant die resistent is tegen Roundup, een bestrijdingsmiddel van dezelfde agrogigant. Met dit gewas is landbouw kinderspel geworden. Zonder vooraf ploegen wordt het land bezaaid. Daarna wordt het eenmaal bespoten met het agressieve bestrijdingsmiddel dat alles behalve de soja elimineert. En verder is het zorgeloos wachten op een succesvolle oogst, vrij van plagen.

Raúl Montenegro is professor evolutionaire biologie aan de universiteit van Córdoba en winnaar van de alternatieve Nobelprijs (Right Livelyhood Award). Samen met het Fonds ter Bescherming van het Milieu (FUNAM) dat hij voorzit, maakt hij zich ongerust over de gevaren van deze bestrijdingsmiddelen. “Glysofaat (Roundup) is een cocktail van toxische stoffen die zich opstapelen in het lichaam en niet afgebroken worden. Via placenta en moedermelk kunnen ze zelfs doorgegeven worden aan de volgende generatie. Ze verstoren het hormonenstelsel en veroorzaken op die manier een heleboel aandoeningen.”

Een nefaste droogte in de VS, een verbod op genetisch gemanipuleerd zaaigoed in Brazilië en een stijgende vraag onder andere vanuit Europa, opende in ’95 de deuren voor de Argentijnse sojaproductie. Sindsdien spreidt soja als een olievlek uit over het land, van 6 miljoen hectare in ’95 tot bijna 17 miljoen hectare vandaag. Omdat het verbouwen van soja zo winstgevend is, moeten traditionele landbouwactiviteiten zoals veeteelt ervoor wijken en komen de plantages soms gevaarlijk in de buurt van woonwijken zoals Ituzaingó-Anexo.

Over de gevaren van de bestrijdingsmiddelen werd de bevolking niet ingelicht. Corina Barboza een moeders van Ituzaingó-Anexo herinnert zich dat de sproeivliegtuigen een attractie waren. “Van zodra mijn kinderen een vliegtuig hoorden aankomen, renden ze naar buiten.” In het bloed van haar zoon werden vorig jaar 6 verschillende herbiciden en pesticiden aangetroffen.

Statistieken die de ernst van het probleem aantonen, bestaan niet. Maar volgens Montenegro zijn er alleen in Argentinië al vele honderd duizenden mensen blootgesteld aan bestrijdingsmiddelen en zullen de gevolgen zich nog generaties laten voelen. Hij spreekt over een ‘stille epidemie’.

Dankzij het pionierswerk van Sofía Gatica zijn er in Ituzaingó-Anexo een paar belangrijke aanpassingen gebeurd. In plaats van besmet grondwater krijgen de buurtbewoners voortaan gezuiverd water van het stadsnet. De giftige zandwegen worden geasfalteerd en er zijn nu twee gezondheidscentra. Maar de belangrijkste verwezenlijking is dat de stad Córdoba voortaan het gebruik van alle bestrijdingsmiddelen op minder dan 2500m van woonwijken verbiedt.

Dat verbod wordt nog niet gerespecteerd. De sojaplantages rondom Ituzaingó-Anexo zijn slechts 300m in plaats van 2500m opgeschoven. Toen een groep vrouwen het veld opliepen om de sproeimachines te verhinderen, koos de politie partij voor de grondbezitters.

In Monte Cristo, een dorp in de provincie Córdoba is de situatie erger. “Vannacht werd er gesproeid.” Zegt Juan Palacio aan de telefoon. ’s Anderendaags wordt zijn klacht tastbaar. De sojavelden strekken zich uit vlak aan de overkant van de straat van de familie Palacio. Op het dorpsplein staan silo’s waarin soja opgeslagen wordt. Juan wijst een tiental verweerde zakken aan. Het zijn insecticiden die de opgeslagen oogst tegen plagen beschermen, legt hij uit. Volgens Juan worden zelfs bestrijdingmiddelen geproduceerd en verhandeld in het dorp en dat is bij wet verboden.

Samen met de ngo Grupo de Reflexión Rural voeren de Moeders van Ituzaingó-Anexo campagne in Argentinië. De bedoeling is mensen in de nabijheid van sojavelden te waarschuwen over het gevaar van bestrijdingsmiddelen. Anderzijds willen ze gegevens verzamelen en krachten bundelen. “Als we met meer zijn en harde bewijzen kunnen leveren, vergroten we de kans om nationaal iets verwezenlijken.” hoopt Sofía. (door Leopold Broers)