Ga naar de inhoud

Fair Trade zit in de lift, we kunnen er niet meer naast kijken. Ook de lokale producenten hier vragen zich terecht af waarom zij geen recht hebben op een eerlijke prijs. Zowel ABS als Boerenbond staan te drummen om mee op de kar te springen. De hamvraag is echter niet alleen ‘wat is een eerlijke prijs?’. Fair Trade gaat veel verder dan dat.

En dat wordt nogal makkelijk vergeten in de hele discussie rond Fair Trade en in de verschillende claims die er het voorbije jaar zijn geweest rond zogenaamde fairtrade producten van Vlaamse bodem.

Binnen het economische luik is er niet alleen de transparante prijsvorming en de kostendekkende prijs (inclusief verloning van arbeid), maar ook een zekere mate van voorafbetaling en het oprichten van een gemeenschappelijk projectenfonds. Daarnaast zijn er de sociale criteria (organisatie van de boeren onderling) en ecologische criteria (geen ggo’s, een strengere pesticidenregeling dan nationaal van kracht is, een stappenplan naar verduurzaming).

Fair Trade is nooit opgestart vanuit de idee om boeren uit het Zuiden te bevoordelen tegenover boeren in het Noorden, ook al voelen onze producenten het soms wel aan als valse concurrentie. De onderliggende bedoeling van Fair Trade is de solidariteit tussen Noord en Zuid. Sommige claims van Vlaamse producten staan hiermee in schril contrast. ‘Fairtrade-melk’ bijvoorbeeld waarvoor het veevoer soja wordt gebruikt waarvan de teelt in Brazilië en Argentinië immense ecologische, sociale en gezondheidsproblemen veroorzaakt.

Gelukkig begint er een zekere bewustwording te ontstaan rond het gebruik van de term Fair Trade voor lokale producten. Zo sprak de woordvoerder van de zuivelcoöperatie Milcobel zelf over “fairtrade-melk” dit voorjaar, en recent nog berichtte de pers over “fairtrade-bloemen” van ID’Flor. De term Fair Trade wordt dus nogal snel en gemakkelijk gebruikt.

Wervel staat erop dat de term juist gebruikt wordt, niet omdat we eerlijke handel voor lokale producenten van bij ons willen uitsluiten. Integendeel, ook voor hen moet het mogelijk zijn om effectief een gelijkaardig label te hanteren. Er zijn Vlaamse boeren die weldegelijk kunnen voldoen aan de hoge eisen die het fairtrade-label stelt én tegelijkertijd oog hebben voor solidariteit met het Zuiden. Enkele voorbeelden die Wervel binnenkort zal screenen op de bestaande criteria zijn de Vlaamse CSA-boeren – waar de consument de boer voorafbetaalt voor een groentenabonnement – of een coöperatieve van koolzaadproducenten – die samen met de consumenten (die rijden op plantaardige olie) jaarlijks de kostprijs analyseert en in samenspraak tot een correcte literprijs komt.

Fair Trade zit in de lift, we kunnen er niet meer naast kijken. Ook de lokale producenten hier

vragen zich terecht af waarom zij geen recht hebben op een eerlijke prijs. Zowel ABS als Boerenbond

staan te drummen om mee op de kar te springen. De hamvraag is echter niet alleen ‘wat is een

eerlijke prijs?’. Fair Trade gaat veel verder dan dat.

En dat wordt nogal makkelijk vergeten in de hele discussie rond Fair Trade en in de verschillende

claims die er het voorbije jaar zijn geweest rond zogenaamde fairtrade producten van Vlaamse bodem.

Binnen het economische luik is er niet alleen de transparante prijsvorming en de kostendekkende

prijs (inclusief verloning van arbeid), maar ook een zekere mate van voorafbetaling en het oprichten

van een gemeenschappelijk projectenfonds. Daarnaast zijn er de sociale criteria (organisatie van de

boeren onderling) en ecologische criteria (geen ggo’s, een strengere pesticidenregeling dan

nationaal van kracht is, een stappenplan naar verduurzaming).

Fair Trade is nooit opgestart vanuit de idee om boeren uit het Zuiden te bevoordelen tegenover

boeren in het Noorden, ook al voelen onze producenten het soms wel aan als valse concurrentie. De

onderliggende bedoeling van Fair Trade is de solidariteit tussen Noord en Zuid. Sommige claims van

Vlaamse producten staan hiermee in schril contrast. ‘fairtrade-melk’ bijvoorbeeld waarvoor het

veevoer soja wordt gebruikt die in Brazilië en Argentinië immense ecologische, sociale en

gezondheidsproblemen veroorzaakt.

Gelukkig begint er een zekere bewustwording te ontstaan rond het gebruik van de term Fair Trade. Zo

sprak de woordvoerder van de zuivelcoöperatie Milcobel zelf over “fairtrade-melk” dit voorjaar, en

recent nog berichtte de pers over “fairtrade-bloemen” van ID’Flor. De term Fair Trade wordt dus

nogal snel en gemakkelijk gebruikt.

Wervel staat erop dat de term juist gebruikt wordt, niet omdat we eerlijke handel voor lokale

producenten van bij ons willen uitsluiten. Integendeel, ook voor hen moet het mogelijk zijn om

effectief een gelijkaardig label te hanteren.
Er zijn Vlaamse boeren die weldegelijk kunnen voldoen aan de hoge eisen die het fairtrade-label

stelt én tegelijkertijd oog hebben voor solidariteit met het Zuiden. Enkele voorbeelden die Wervel

binnenkort zal screenen op de bestaande criteria zijn de Vlaamse CSA-boeren – waar de consument de

boer voorafbetaalt voor een groentenabonnement – of een coöperatieve van koolzaadproducenten – die

samen met de consumenten (die rijden op plantaardige olie) jaarlijks de kostprijs analyseert en in

samenspraak tot een correcte literprijs komt.