Belgian Dairy Board wil melkprijs dicteren
(overgenomen uit VILT februari 2006)
“Melk in uw koffie? Hij is toch niks meer waard”. De lage melkprijs zit de boeren niet lekker. Het Algemeen Boerensyndikaat ontwikkelde een programma waarmee landbouwers de prijzen van de meeste zuivelfabrieken kunnen vergelijken. Boerenbond vroeg zijn leden om geen kerstaankopen te doen in supermarkten die hun melk verkopen aan minder dan 0,44 eurocent per liter. De recent opgerichte Belgian Dairy Board gaat een stap verder. De jonge vzw werft boeren die samen zoveel marktmacht moeten gaan vormen dat de supermarkten niet meer naast hun belangen kúnnen kijken. Of het project slaagt, zal ten vroegste binnen een jaar blijken.
De melkveehouderij blinkt uit door zijn uitstekend imago: koeien in het weidse landschap, hoge welzijnsnormen in de stal, kwaliteitsmelk in uw glas. Ook van de boeren zelf hoorde je tot voor kort zelden een kwaad woord over de melkveesector. Deze bedrijfstak bezorgde de landbouwers de voorbije decennia een stabiel inkomen dat gegarandeerd werd door de gemeenschappelijke marktordening voor zuivel: een arsenaal aan instrumenten waarmee Europa zijn melkproductie stimuleerde, goedkope invoer belemmerde en de eigen export bevorderde. Het systeem werkte destijds zo goed dat zich melkplassen en boterbergen ophoopten.
De invoering van de melkquota in 1984 deed de overproductie snel opdrogen. Bovendien daalde het relatieve aandeel van de zuivelsector in de Europese landbouwuitgaven in de loop der jaren van ongeveer dertig naar vijf procent. Hierdoor ontsnapte die zuivelsector jarenlang aan de opeenvolgende hervormingsgolven van het Europees landbouwbeleid. Tot het doek voor het vroegere melkregime definitief viel op een vergadering van landbouwministers in juni 2003. Een jaar later begon de afbouw van interventieprijzen voor boter en magere melkpoeder. Tegen volgend jaar moeten ze respectievelijk met 25 en 15 procent afgeroomd zijn. Verder heeft de WTO beslist dat de exportrestituties voor landbouwproducten in 2013 moeten afgeschaft zijn. Enfin, de zuivelsector staat voor een mijlpaal in zijn geschiedenis.
Inspiratie uit Nederland
In het Noord-Limburgse Eksel heeft de 38-jarige melkveehouder Stefan Maes vijf collega’s van de Belgian Dairy Board uitgenodigd wanneer we aankloppen. De gastheer heeft enkele jaren geleden zwaar geïnvesteerd in melkquota. “Ik heb mijn plannen berekend op de melkprijs van toen. Mijn probleem is dat de rekening vandaag niet meer klopt”, vertelt Maes. Hij diept een papiertje op waarop de evolutie van de melkprijs is becijferd. In 2005 kreeg de melkveehouder van Danone een basisprijs van 26,75 euro voor 100 liter melk, een daling van ruim 4 procent in vergelijking met een jaar eerder. Blijkt dat de prijs sinds meerdere jaren steevast met een aantal procentpunten afglijdt. In 2000 bedroeg de basisprijs voor de geleverde melk nog 32 euro.
De vijf andere melkveehouders rond de tafel herkennen zich in het verhaal van Stefan Maes. Niemand gelooft erin dat het inkomen van de Vlaamse melkveehouders de eerstkomende jaren weer gaat stijgen als er niks verandert. Vanaf dit jaar worden de melkpremie en aanvullende vergoedingen rechtstreeks in de bedrijfstoeslag verwerkt. Of die budgetten een lang leven beschoren zijn? Over de beleidsintenties van Tony Blair en de andere Europese regeringsleiders is veel twijfel gerezen in boerenmiddens. Intussen knaagt de zogeheten modulatie jaarlijks aan het landbouwbudget. Maar de landbouwers leggen de schuld voor de malaise van de melkprijs niet alleen bij de politiek. Ook de rol van de grootdistributie ontlokt bittere kritiek. “Je zal mij echter niet voor de deuren van een supermarkt zien actie voeren”, zegt Johan Janssen, ondervoorzitter van de Belgian Dairy Board. “Er zijn structurele ingrepen nodig om het tij te kunnen keren. Dat we er dit jaar niet eens in slagen om het nationale quotum vol te melken, is een veeg teken”.
De overtuiging dat het fundamenteel anders moet, leefde al in november 2004 bij de leden van de Nederlandse Melkveehoudersvakbond (NMV). Ze lanceerden de Dutch Dairy Board, een vereniging die minimaal 50 procent van de Nederlandse melkveehouders wil groeperen om vervolgens een gegarandeerde minimumprijs te eisen van de zuivelbedrijven. Eén van hun vergaderingen in de grensstreek deed de vonk overslaan naar Vlaanderen. “Een klein jaar geleden belegden we onze eerste vergadering in Bocholt”, vertelt Janssen. “Met driehonderd geïnteresseerde boeren hadden we meteen prijs. De daaropvolgende maanden hebben we vooral over structuren gepraat om onze doelstellingen te kunnen realiseren. Het resultaat is dat we eind vorig jaar de vzw Belgian Dairy Board boven de doopvont gehouden hebben”.
De vereniging geeft zichzelf tot minstens begin volgend jaar de tijd om de helft van de Vlaamse melkveehouders achter het initiatief te krijgen. Nu al heeft de Dairy Board afdelingen in Vlaams-Brabant, Limburg, Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Ook in Wallonië en de Oostkantons beweegt een en ander. “In functie van de draagkracht kunnen we na de ledenwerving beginnen praten met de zuivelfabrieken. Bedoeling is om een basismelkprijs van 40 eurocent te bedingen. Dat is zeker niet overdreven als je weet dat een studie van het Nederlandse Landbouweconomisch Instituut uitgewezen heeft dat we 48 eurocent per liter zouden moeten krijgen om een arbeidsvergoeding te ontvangen die gelijkwaardig is aan die van loontrekkenden”, aldus Janssen. Kunnen de zuivelbedrijven dat geld zomaar ophoesten? “Ze zijn mans genoeg om de grootdistributie duidelijk te maken dat het niet langer mogelijk is een wig te drijven tussen de producenten. We zullen evolueren van prijsnemers naar prijszetters. Zonder producenten is er geen melk”.
Europese melkbrigade
De retoriek van de Belgian Dairy Board werd de voorbije maanden in de melkveesector op gemende reacties onthaald. Honderden boeren lieten zich begeesteren door de revolutionair ogende plannen terwijl de zuivelindustrie op z’n zachtst gezegd terughoudend reageert. Ook niet alle landbouworganisaties zijn even enthousiast. Met name Boerenbond ziet niet veel heil in de plannen van de Belgian Dairy Board. “Wij zijn een onafhankelijke organisatie met bestuursleden die bij de diverse landbouworganisaties aangesloten zijn”, benadrukt Janssen. “We willen trouwens niet in de plaats treden van de bestaande vakorganisaties en beseffen dat we ook de zuivelfabrieken straks nog hard nodig zullen hebben. Ons enige strijdpunt is de melkprijs”.
Nogal wat sceptici trekken de haalbaarheid van de leveringsstop als actiemiddel in twijfel. Janssen spreekt van een drogreden om de Belgian Dairy Board in diskrediet te brengen. “We gaan ervan uit dat we nooit melk zullen moeten laten wegvloeien. Het is ons doel om straks zo’n grote druk op de afnemers uit te oefenen dat we op een vlotte manier prijsafspraken kunnen maken. Die fameuze leveringsstop is niet meer dan een ultiem drukkingmiddel”. Zoals bij de meeste nieuwe initiatieven rijzen nog wel meer vragen. Hoeveel melk zal er precies nodig zijn om effectief zware druk te kunnen uitoefenen? Zullen de hogere melkprijzen de uitvoer naar de wereldmarkt hypothekeren? Vloekt het hele concept niet met de aan de gang zijnde liberalisering van het landbouwbeleid en de globalisering van de voedseleconomie?
Aan het antwoord op die laatste vraag wordt heel hard gesleuteld. Organisaties van melkveehouders uit twaalf landen hebben in november de European Milk Board opgericht. “De Nederlanders, Duitsers, Oostenrijkers en Zwitsers werken op dezelfde manier als wij”, zegt Janssen. “Andere landen gebruiken andere methodes om de melkprijs op 40 eurocent te krijgen. In Frankrijk is er overleg met de fabrieken en de politiek. De Denen werken via een vakbond die in staat is om het bestuur van Arla meteen naar huis te sturen. Ze hebben onlangs een besparing van 500 miljoen euro afgedwongen die rechtstreeks naar een verhoging van de melkprijs is afgevloeid”. De European Milk Board zal in de toekomst de prijsonderhandelingen met de zuivelfabrieken in alle landen coördineren. Of al die plannen wel echt kans op slagen hebben? “Het moet. Dit is de enige manier om een kostendekkende melkveehouderij te organiseren”, besluit Janssen strijdvaardig.