Noam Chomsky hakt in op biobrandstoffen.
Een belangrijke doelstelling van het Amerikaanse buitenlandbeleid is altijd geweest een globale orde te vestigen waarin Amerikaanse bedrijven vrije toegang hebben tot markten, middelen en investeringskansen. Dat doel wordt gewoonlijk 'vrijhandel' genoemd, zegt Chomsky. Het verschilt niet zoveel van wat het Verenigd Koninkrijk, een voorloper in werelddominantie, bedacht tijdens de tweede helft van de 19de eeuw toen het de vrijhandel omarmde. Staatsinterventie en geweld hadden het land toen wel al 150 jaar geholpen om meer industriële macht te verwerven dan eender welke concurrent.
De VS hebben nagenoeg hetzelfde patroon gevolgd. Over het algemeen zijn grootmachten bereid in een beperkte vrijhandel te stappen wanneer ze overtuigd zijn dat de economische belangen die ze onder hun hoede hebben, zullen floreren. Dat was en blijft een hoofdkenmerk van de wereldorde, meent Noam Chomsky. En de ethanolgekte past in dat plaatje. Volgens landbouweconomen Ford Runge en Benjamin Sauer is de biobrandstoffensector lang gedomineerd door de politiek en door de belangen van enkele grote bedrijven, en niet door de markt. De productie van ethanol overleeft bij de gratie van aanzienlijke overheidssubsidies en zeer hoge invoerheffingen die de veel goedkopere en efficiëntere Braziliaanse ethanol op basis van suiker buiten de VS houden.
Toen president George Bush in maart Latijns-Amerika bezocht, was er veel te doen om een akkoord dat de VS met Brazilië afsloot om samen ethanol te gaan produceren. Maar Bush benadrukte wel krachtig dat aan de hoge invoerheffingen die de Amerikaanse producenten beschermen, niet wordt geraakt. Ook aan de vele vormen van overheidssubsidie kon niet getornd worden. Ondanks de reusachtige, door de belastingbetaler gefinancierde landbouwsubsidies, is de prijs van maïs – en van tortilla's – snel gestegen.
Biobrandstoffen zullen in toenemende mate de armen in de wereld uithongeren, citeert de professor Runge en Senauer. Zij menen dat dit vooral zal gebeuren naarmate hun basisvoedsel ten dienste komt van de ethanolproductie voor de geprivilegieerden, zoals de maniok in Afrika. Inmiddels worden in Zuidoost-Azië tropische bossen gekapt en verbrand om plaats te maken voor palm(olie)bomen bestemd voor biobrandstof. Ook in de VS loopt het milieu risico door de grondstoffenslokkende ethanolproductie uit maïs.(GL)
Bron: De Tijd
Eerdere berichtgeving over biobrandstoffen:
18/5/07: "Opmars bio-ethanol verhoogt voedselprijs nauwelijks"
Via Vilt, 070522