Ga naar de inhoud

Maatregelen om de overmaat aan mestproductie terug te dringen.

I. Reductie ruw eiwit in veevoeders

Nieuwe convenant reduceert ruw eiwit in dierenvoeders

De federaties van de mengvoederfabrikanten en zelfmengers hebben een akkoord bereikt met Vlaams minister van Leefmilieu Kris Peeters (CD&V) om het ruw eiwit in dierenvoeders te reduceren en op die manier de uitscheiding van stikstof in dierlijke mest te doen dalen. De Vlaamse regering heeft vrijdag een voorontwerp van convenant hieromtrent goedgekeurd.

Begin februari tekende Peeters al een overeenkomst met Bemefa en de Vereniging van Zelfmengers om via een reductie van fosfor in de dierenvoeders de uitscheiding van fosfor in de dierlijke mest te beperken. Analoog met deze overeenkomst bereikte de minister nu ook een akkoord om de uitscheiding van stikstof aan banden te leggen. De overeenkomst slaat op de productieperiode tussen 1 juli 2006 tot 31 december 2006. Bedoeling is om de productie van stikstof met 1,5 miljoen kg terug te dringen.

Om die milieuwinst te boeken, moeten de voederproducenten ervoor zorgen dat de gehalten aan ruw eiwit in diervoeders van vleesvarkens, zeugen, legkippen en braadkippen bepaalde waarden niet overschrijden. De veehouders die deze voeders toedienen, krijgen een attest waardoor ze in de mestuitscheidingsbalans kunnen aantonen dat de reële stikstofuitscheiding per dier en per jaar lager is dan wanneer gewone voeders toegediend worden.

Verder duiden de veevoederfabrikanten en zelfmengers de erkende instellingen aan die de staalnamen voor de bemonstering voor laag-eiwit voeders moeten uitvoeren bij de producenten. De resultaten van de analyses worden doorgestuurd naar de Vlaamse Landmaatschappij van zodra beschikbaar. Per diersoort worden minstens drie stalen genomen en geanalyseerd. De maximale hoeveelheid eiwit wordt vermeld op alle etiketten en alle facturen van voeders met een laag gehalte aan ruw eiwit. De contractanten leveren ook de attesten van de geleverde voeders rechtstreeks aan de Mestbank.

Minister Peeters zal nog in de loop van deze maand de overeenkomst officieel ondertekenen. “Door de nieuwe voedertechnieken wordt elk jaar al ruim 7,5 miljoen kg stikstof minder geproduceerd dan in een situatie met gewone voeders”, onderstreept Peeters het belang van de nieuwe overeenkomst.

Eerdere berichtgeving over de fosforconvenant:
1/2/06: Nieuw akkoord over laag-fosforvoeders

via Vilt 060616

II. laag-eiwit voeders, vervolg

“Op termijn enkel nog laag-eiwit voeders”

Vlaams minister van Leefmilieu Kris Peeters heeft woensdag samen met de mengvoederfabrikanten en zelfmengers de handtekening gezet onder een convenant om het ruw eiwit in veevoeder te reduceren en zo de uitscheiding van stikstofII. laag-eiwit voeders, vervolg in dierlijke mest te beperken. “Volgens een schatting moet deze maatregel de productie van stikstof dit jaar nog verminderen met 4 miljoen kg”, aldus Peeters.

Als er minder eiwit in het voedsel van de dieren zit, komt er automatisch minder stikstof in de mest. Stikstof is samen met fosfor verantwoordelijk voor het hoge nitraatgehalte in het grond- en oppervlaktewater. Nitraat is slecht omdat het de zuurstof uit het water haalt en zo het leven erin bedreigt.

Op 1 februari 2006 tekende de minister al een overeenkomst met Bemefa en de Vereniging van Zelfmengers om via een reductie van fosfor in diervoeders de uitscheiding van fosfor in dierlijke mest te reduceren. De nieuwe stikstofconvenant, die ingaat op 1 juli, is bindend voor alle partijen en legt een aantal verbintenissen vast voor alle producenten van veevoeders, de contractanten. De veehouders die deze voeders toedienen, krijgen een attest waardoor ze in de mestuitscheidingsbalans kunnen aantonen dat de reële stikstofuitscheiding per dier en per jaar lager is dan wanneer gewone voeders toegediend worden.

“De ambitie van Bemefa bestaat er in om op termijn geen andere voeders meer aan te bieden dan laag-eiwit voeders”, zegt voorzitter Patrick Vanden Avenne. “Zo willen wij komen tot een reductie van 8 miljoen kilogram stikstof per jaar”. Volgens de federatie zullen deze maatregelen geen invloed hebben op de prijs van het veevoeder. “Net zoals de fosforconvenant zal deze overeenkomst geen invloed hebben op de prijs die de veehouders moeten betalen”, luidt het.

Bemefa benadrukt dat de uitstoot van fosfaat de laatste 10 jaar al met meer dan 35 procent gereduceerd werd dankzij de laag-fosforvoederconvenanten, waarvan het eerste exemplaar in 1995 ondertekend werd. Volgens het Voortgangsrapport 2005 van de Mestbank is deze aanpak aan de bron de best presterende pijler om de mestproductie onder controle te houden. De nutriëntenarme voeders hebben volgens Bemefa een limiet bereikt voor fosfaat, maar voor stikstof kan de mengvoedersector de dierlijke mestproductie dus nog doen dalen via de productie eiwitarmer voeder.

III. Methaan als eiwitbron voor veevoeder?

Susteïne kan in de toekomst mogelijk dienen als eiwitbron in dierenvoeder. Op die manier zou het kunnen dienen als een duurzaam alternatief voor vismeel en soja. Susteïne is een zogenaamd single cell proteïn, een eiwit dat met behulp van bacteriën wordt geproduceerd door omzetting van methaan. Methaan kan uit mest worden gewonnen.

Het Nederlandse InnovatieNetwerk onderzochten de marktkansen voor de productie en toepassing van susteïne. Zowel wetgeving, kwaliteitsborging als acceptatie op de eiwitmarkt waren daarbij aandachtspunten. De uitkomsten van deze eerste verkenning zijn bemoedigend, klinkt het. Er start nu een uitgebreidere studie naar de economische haalbaarheid van deze vorm van eiwitproductie.

Meer informatie: Henk Huizing