Sojabonen : niet langer een gemakkelijke teelt
Amerikaanse overpeinzingen, op papier gezet door Keesia Wirt en Mike McGinnis, High Plains Journal
Des Moines, Iowa – Wat moet een teler van sojabonen aanvangen ? De stijgende productiekosten, het toenemend ongedierte en mogelijk nieuwe ziekten, die de omvang van een plaag kunnen aannemen, hebben heel wat telers van sojabonen kopschuw gemaakt.
Ze kunnen verschillende kanten uit : blijven bij sojabonen, meer maïs aanplanten of overstappen op een heel nieuwe teelt.
Velen zouden kunnen overwegen om hun hectaren maïs dit jaar op te voeren, maar een landbouwkundige waarschuwde dat de huidige soja-maïs-rotatie voor telers nog steeds de meest voordelige is.
"Als je voor een tweede jaar maïs aanplant, verlies je 20% aan opbrengst," zei Palle Pederson, een sojaspecialist aan de Iowa State University. "En omdat de sojaboon een peulvrucht is, verlies je het voordeel van de stikstofvorming [wat eigen is aan peulvruchten]. Het bespaart een boer het spuiten van meer stikstof, die duurder aan het worden is."
Recente resultaten van een 15-jarige studie rond teeltrotatie in Wisconsin toonde aan dat een maïs-soja-rotatie voordeliger was dan maïs op maïs telen. Volgens de studie leverde maïs het eerste jaar 425 schepel per hectare, en maïs in een jaarlijkse rotatie met sojabonen 418 schepel per hectare gemiddeld, wat neerkomt op een 23 resp. 21% hogere opbrengst dan bij voortdurende aanplant van maïs, die gemiddeld 346 schepel per hectare oplevert.
"Ik weet van boeren in sojastreken die er over gedacht hebben drie jaar aaneen maïs te verbouwen, maar ik zou dat niet aanraden," zei Peterson.
Als meer maïs niet het antwoord is, wat dan wel ? Dat wilde Roger Van Ersvelde, een boer van Brooklyn in Iowa, weten. Hij en andere telers in zijn streek waren de goederenmarkt beu en wilden overstappen op een alternatieve teelt.
"We wilden niet zomaar koopwaar voortbrengen, maar iets van het begin van een waardeketen en ook zelf profiteren van die waardeketen," zei hij. Van Ersvelde ontmoette in zijn omgeving een zakenman die auto-onderdelen vervaardigt van polyvezels gemengd met natuurlijke vezels van in Canada industrieel geteelde hennep en een soortgelijke plant, genaamd kenaf. Telers in de VS kunnen geen hennep telen, maar het is wettelijk toegestaan om kenaf te telen. De twee spraken af hoeveel hectaren nodig zouden zijn voor de productie en Van Ersvelde legde contacten met verschillende andere telers om daarin te voorzien.
"Het is niet zomaar koopwaar wat we produceren; het heeft waarde voor ons en onze gemeenschap," zei hij.
Veel telers in het Middenwesten hebben het potentieel ontdekt van het telen van biomassa zoals kenaf, switchgras, gammagras, miscanthus en zoete sorghum. De teelten zouden de VS kunnen helpen om over te schakelen van een op petroleum gebaseerde economie naar een ‘nieuw carboon’ of bio-hernieuwbare economie waarin boeren de nieuwe oliebaronnen zijn.
Oliebronnen van de toekomst ?
Dank zij het nieuwe op bio gebaseerde productieprogramma van de USDA (Ministerie van Landbouw van de VS), zouden biomassateelten spoedig een winstgevend alternatief kunnen zijn voor heel wat telers in het Middenwesten. Biomassateelten, ook wel genoemd ‘nieuw carboon’ betreffen iedere vorm van biohernieuwbare materialen die gebruikt kunnen worden in de plaats van petroleum voor energie of vezelproductie. Ongeveer alles wat gemaakt kan worden van petroleum, kan ook gemaakt worden van biomassateelten, inbegrepen brandstof, plastic, vezel- en bouwmaterialen.
"Wat boeren ertoe aanzet om hiernaar om te zien is het feit dat in het algemeen de milieuimpact van heel wat van deze biomassateelten minder is dan die van maïs en sojabonen,"zei Robert Brown, professor en directeur van het Centrum voor Duurzame Technologieën aan de Iowa State University. Veel biomassateelten betreffen doorlevende planten, wat voordelig is omdat het wortelstelsel in leven blijft en de bodem vasthoudt. Zij vereisen ook minder meststoffen en bestrijdingsmiddelen dan maïs en sojabonen, minder productie-inputs en er hoeft minder geploegd te worden, aldus Brown.
Zoals meestal met nieuwe markten is het moeilijk te schatten welke prijs boeren zullen krijgen voor biomassateelten. Brown heeft geen studie gemaakt van de marktprijzen maar zei dat de meeste boeren hebben aangegeven dat zij rekenen op 50 $ per ton om winstgevend te zijn. Kenaf, switchgras en miscanthus leveren 12 tot 25 ton per ha, terwijl zoete sorghum en oosters gammagras tot 37 ton per ha zou kunnen opbrengen. "Ik hoor sommige boeren zeggen dat ze over 50 jaar geen sojabonen meer zouden telen,"zei Brown. "Als we biomassateelten winstgevend kunnen maken voor verwerkers, kunnen ze echt toekomst hebben."
Dubbele teelt met velderwten
Ze werden vroeger niet geteeld in het Middenwesten, maar sommige boeren van Illinois wedden dat ze gele velderwten kunnen kweken als een alternatieve teelt.
Steve Ayers, een voorlichtingsspecialist op het gebied van teelten in het Champaign County, Illinois, sprak van circa 2800 ha velderwten die vorig jaar waren verbouwd in Illinois, en de telers hopen in 2004 de oppervlakte te vergroten. Gele velderwten zijn vergelijkbaar met de erwten die hobbytuinders telen maar ze worden op het veld gelaten tot de zaden droog en hard zijn. Erwten zijn een teelt voor het koele seizoen en vragen weinig neerslag tijdens de groei. De meeste van de velderwten in Illinois worden gekweekt onder contract met een firma die ze wil verkopen aan Mexico voor gebruik als eiwitten in voeder.
"Ze lijken op spliterwten en oogsten ongeveer als sojabonen," zei Ayers. "Je zaait ze in maart, of eerder als het lukt, en oogst op het laatst van juni." Boeren kunnen zo twee teelten per jaar van hun velden halen. De sojabonen volgen op de oogst van de erwten, wat volgens Ayers de beste manier is om van de velderwten een winstgevende zaak te maken. De boeren van Illinois hebben een contract dat hen 3,50 $ per schepel levert (1 schepel = ruim 35 liter). De teelt van vorig jaar leverde 74 tot 173 schepel per ha op. [Een opbrengst dus variërend van 260 tot 605 $ per ha.] Tot nu toe zijn velderwten hoofdzakelijk geteeld in de Dakotas en andere westelijke staten. Er bestaat enige vrees dat het Middenwesten te regenachtig zou kunnen zijn voor deze teelt.
Een voordeel aan het telen van velderwten, gekend als peulvruchten, is dat zij op de lijst staan van programmateelten in de Farm Bill (Landbouwwet) en in aanmerking komen voor specifieke uitkeringen (Loan Deficiency Payment (LDP) rates).
"Wie weet wat we nog gaan krijgen in Illinois. Er zouden wat problemen kunnen zijn bij de teelt,"zei Ayers. "Maar de mensen kijken uit naar een alternatieve teelt. Er bestaat al een markt voor, wat gewoonlijk een van de problemen is met alternatieve teelten."
Kansen voor biologisch teelten
Als telers nog niet overtuigd zijn om sojabonen op te geven, zouden ze misschien kunnen overwegen om in plaats daarvan biologische sojabonen te telen. Premies voor niet gg-sojabonen bedragen 50 $cent tot 1 $ per schepel. Biogecertificeerde sojabonen van hoge kwaliteit kunnen premies doen tot 10 $ per schepel.
Lynn Clarkson, manager van Clarkson Grain Company in Cerro Gordo, Illinois, koopt en verkoopt al 10 jaar biologische teelten. Clarkson zei dat biologische teelten een goede optie zijn voor boeren die de ‘commodity crunch’ (is ongeveer ‘de knauw van de koopwaar’) beu zijn maar wel maïs en soja willen blijven verbouwen.
"Je moet je manier van denken veranderen," zei hij. "Je moet denken wat de koper werkelijk wil. Wil de koper echt een eerstekeus sojaboon ? Niet echt. Maar ze zijn zeer geïnteresseerd in biologische bonen."
Toen Clarkson midden februari [2004] werd geinterviewd, was de marktprijs voor normale eerstekeus sojabonen ongeveer 8,40 $ per schepel. Als diezelfde schepel een niet gg-variëteit zou zijn, zou de prijs volgens Clarkson dicht bij de 9 $ per schepel liggen. De prijs loopt op met de kwaliteit. Gecertificeerde biosojabonen doen 12 $ per schepel. Topkwaliteit biologische sojabonen die bruikbaar zijn voor tofu of sojamelk kunnen wel 18,50 $ per schepel opbrengen.
De meeste bioboeren waarmee Clarkson werkt, zijn contracttelers voor de voedselindustrie. Dat garandeert hun een afzetmarkt; iets wat de meeste telers niet hebben. Clarkson zei aan deze regeling de voorkeur te geven, niet in de eerste plaats ten voordele van de telers maar omdat het daardoor mogelijk is voor de voedselindustie om de keten te kennen tot aan de boerderij, wat meer en meer van haar vereist wordt.
"We bieden dus alternatieve wegen op de markt maar geen alternatieve teelten omdat je nog steeds maïs en sojabonen, en zelfs tarwe verbouwt," zei hij. "We trachten te focussen op specificiteiten binnen die keten die waardevoller zijn voor de consument."
Het Zuiden geeft nog altijd de voorkeur aan soja
In tegenstelling tot hun noordelijke buren zijn de boeren in het Zuiden dit jaar weg van sojabonen, volgens Chris Tingle, een sojaspecialist van de Universiteit van Arkansas.
"We hebben niet de insecten- en ziekteproblemen van andere streken,"zei hij. "Onze productie is gelijk of zelfs beter."
Arkansas verbouwde in 2003 ongeveer 1,2 miljoen ha sojabonen, waarvan ruim de helft, nl. 57% geïrrigeerd. Voor die sojatelers die omzien naar alternatieven, zijn er enkele opties, volgens Tingle, zoals rijst, katoen, sorghum of maïs.
"Ik zie in het Middenzuiden geen grote verschuiving zoals in het Middenwesten. Misschien een beetje meer katoen en maïs,"zei hij. "We zijn gewend aan problemen met ongedierte. We zijn misschien betere boeren dan die van het Middenwesten, omdat we die problemen wel hebben maar nog steeds in beeld zijn."
Elders in het Zuiden waren er in 2003 in Tennesse 486.000 ha sojabonen; in Mississippi 568.000 ha en Alabama 68.800 ha. Volgens landbouwkundigen beschikken telers in die staten over katoen, maïs en rijst als alternatieve teelten.
Copyright © 2004, High Plains Journal. All rights reserved.