Ga naar de inhoud

De auteurs maakten een studie naar de mogelijkheden om landen die in hoofdzaak van grondstoffenlevering moeten overleven, een betere basis te geven voor hun bestaan. Het begrip ‘grondstoffen’ moet hier ruim worden opgevat. Het betreft zowel minerale als agrarische grondstoffen. De studie gaat over de tweede categorie.

De prijzen van grondstoffen uit de tropen zijn de afgelopen jaren ongehoord laag. Dit bedreigt het bestaan van miljoenen boeren in ontwikkelingslanden. Deze crisis in de grondstoffenprijzen vraagt dringend om aandacht. Kenia, Tanzania en Oeganda hebben onlangs het thema van de nieuwe internationale overeenkomsten op de WTO agenda geplaatst. Het is ook onderwerp van overleg geweest tijdens de elfde Unctad conferentie in São Paulo, Brazilië, 13-18 juni 2004.
In de studie van Niek Koning, Muriel Calo en Roel Jongeneel blijkt dat zulke overeenkomsten bruikbaar zouden kunnen zijn als ze maar op de juiste wijze zijn gestructureerd.

Sinds in de jaren 1980 alle internationale grondstoffenovereenkomsten (ICA’s), op één na, zijn opgezegd, zijn de wereldmarkten voor tropische exportteelten zoals koffie, cacao en suiker geplaagd door een structureel overaanbod gepaard gaand met sterke en aanhoudende prijsdalingen. Tussen 1980 en 2002 zijn de prijzen van koffie, cacao, rietsuiker en nauurrubber tussen de 77 en 86% gedaald. Omdat primaire  grondstoffen de belangrijkste bron zijn van de exportinkomsten van veel ontwikkelingslanden, heeft de prijzencrisis geleid tot armoede en verwaarlozing van het land. Hij is ook de hoofdoorzaak van de schuldencrisis. Ondertussen gaan ontwikkelde landen door met het ondersteunen van hun landbouw op een wijze die arme boeren schaadt, door het toepassen van zogenaamde ‘niet handelsverstorende’ betalingen. Deze remmen de import en bevorderen de export van dumpproducten zoals katoen, granen en maïs (dumping te verstaan als verkoop op de wereldmarkt onder de productiekosten).
    De auteurs vinden dat er dringd behoefte is aan nieuwe overeenkomsten om te komen tot prijsverbetering van de tropische exportteelten. Zij overlopen de geschiedenis van de ICA’s en betogen dat:
•    Dat eerdere overeenkomsten faalden, kan voorkomen worden door een beter ontwerp van de overeenkomsten. Veel westerse economen denken ten onrechte dat de grondstoffenovereenkomsten mislukten wegens onoverkomelijke problemen die deze per definitie onhoudbaar maakten. Zulke problemen kunnen in feite verkleind worden door veranderingen in de wijze van financiering, toegenomen transparantie en een evenwichtsoefening omtrent de voordelen tussen landen onderling door gecombineerde onderhandelingen over verschillende grondstoffen tegelijk.
•    Het waren eerder politieke dan economische oorzaken die tenslotte verantwoordelijk waren voor het mislukken van de overeenkomsten. Voortdurende dwarsboming door ontwikkelde landen en het ontbreken van mechanismen om inschikkelijkheid af te dwingen leidden tot hun mislukking. Krachtverhoudingen verankerd in de onderliggende grondwettelijke overeenkomsten (GATT en UNCTAD), zoals beperkende stem-formules, beletten ontwikkelingslanden om daadkrachtig op te treden tegen het dwarsbomen van verplichtingen en om het nakomen ervan af te dwingen.
•    Het sluiten van overeenkomsten die stand houden, is mogelijk. Zij kunnen bestand gemaakt worden tegen economische problemen door structurele overproductie en problemen met financiering aan te pakken. Productielanden kunnen het verzet van de regeringen van consumptielanden breken door samen te spannen met CSO’s, bereidwillige regeringen, en vooraanstaande privé-ondernemingen in een Fair Trade Coalition om een gepaste machtspositie te verwerven bij onderhandelingen. Zij kunnen hun medewerking in de WTO aan voor consumptielanden fundamentele handelsthema’s als hefboom gebruiken, zoals rechten inzake intellectuele eigendom en directe buitenlandse investeringen.

De Unctad conferentie in Brazilië biedt een welkome gelegenheid om de strategieën te herzien om evenwicht te brengen in vraag en aanbod in tropische grondstoffen.
De studie geeft aan dat alleen internationale samenwerking dat evenwicht tot stand kan brengen en de daarmee samenhangende welvaartsverbetering in ontwikkelingslanden kan realiseren.

De volledige engelstalige studie is te vinden op http://www.north-south.nl/index.php/item/666

(via IATP, 040610)

auteurs: Niek Koning, Muriel Calo en Roel Jongeneel
(Muriel Calo is verbonden aan het Global Development & Environment Institute, Medford MA, USA; Niek Koning en Roel Jongeneel zijn verbonden aan de Universiteit van Wageningen, Nederland.)