Ga naar de inhoud

Hervorming GLB

Eind juni 2013 bereikten de  Europese Commissie, Parlement en Raad een politiek akkoord over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) 2014-2020. Het nieuw GLB moet de Europese landbouw economisch slagkrachtiger maken en tegelijk bijdragen aan Europese duurzaamheidsdoelstellingen (EU2020).

Belangrijkste veranderingen:

  • Geleidelijke convergentie van directe inkomenssteun tussen verschillende sectoren en lidstaten. Iedere boer moet op termijn dezelfde subsidie per hectare ontvangen.
  • 30% van directe inkomenssteun wordt gekoppeld aan vergroeningsmaatregelen
  • Jonge boeren krijgen extra inkomenssteun
  • Inkomenssteun enkel voor de actieve landbouwer
  • 2% gekoppelde steun voor de teelt van eiwitgewassen
  • Mogelijkheid voor lidstaten om kleinschalige boeren extra te ondersteunen
  • 30% van de middelen voor plattelandsontwikkeling gekoppeld aan klimaat- en agromilieumaatregelen
  • Afschaffing van de melkquota in 2015 en van de suikerquota in 2017,
  • mandaat voor bepaalde sectoren (waaronder zuivel) om collectief te onderhandelen over prijs en volume

Met dat akkoord werd duidelijk dat het machtscentrum van Europa nog steeds in de lidstaten ligt, ondanks het Verdrag van Lissabon. De heikele punten in het GLB, zoals de vergroeningsmaatregelen, werden handig omzeild door veel flexibiliteit in de implementatie van het GLB aan de lidstaten toe te kennen.

Er is een gegronde vrees dat de lidstaten, onder invloed van de agro-industriële lobby, zullen kiezen om de gevestigde belangen te beschermen, wat weinig zal bijdragen aan een werkelijke verduurzaming van de Europese landbouw en al helemaal niet zal tegemoet komen aan de gigantische uitdagingen rond pesticidegebruik, overbemesting en agro-biodiversiteitsverlies.

Het niet-plafonneren van de inkomenssteun is een grote overwinning voor de agro-industrie. Het gros van de steun blijft zo grootschaligheid en maximalisatie ondersteunen; de vrijwillige extra steun voor kleinschalige landbouwers is een armzalig doekje voor het bloeden.

De volatiele vrije markt wordt gezien als een gegeven dat ondergaan moet worden. Landbouwers kunnen rekenen op compensaties bij extreem slechte marktomstandigheden, maar structurele maatregelen om de prijsvolatiliteit aan te pakken blijven uit.

Zo blijft het GLB een neoliberaal instrument om recht te trekken wat krom is: landbouwers produceren bulkvoedsel voor de interne en wereldmarkt onder de kostprijs en worden gecompenseerd met subsidies. Zo worden meer en meer boeren naar de exit gedreven. Dit GLB mist de kans om autonome, kleinschalige, duurzame en lokale landbouw te ondersteunen.

Vrijhandelsakkoord EU – VS (TTIP)

Vorige maand startten de onderhandelingen tussen de EU en de VS (TTIP) voor een enorm vrijhandelsakkoord over verschillende sectoren. EU-Commissaris voor Handel Karel De Gucht (en met hem vele multinationale ondernemingen) schuimbekt wellicht bij het idee van een eengemaakte markt tussen beide handelsgrootheden, maar voor de Europese landbouwsector dreigt een akkoord hoe dan ook niet minder dan een ramp te worden.
Het feit dat de onderhandelingen in het grootste geheim gevoerd worden doet niet veel goeds vermoeden en is ronduit ondemocratisch.

Door gelijkschakeling (equivalency) van de Europese en Amerikaanse productieregels krijgen we binnenkort misschien wel Amerikaanse ggo’s en antibiotica- en hormonenvlees door de strot geduwd. De schrapping of significante daling van importtarieven voor vooral granen en rundsvlees dreigt de Europese graan- en veetelers volledig uit de markt te duwen door het gigantisch verschil in schaalgrootte en soepelere milieu- en dierenwelzijnregels. Het wilde westen dreigt compleet te worden als Amerikaanse bedrijven via TTIP het recht verkrijgen om Europese staten voor een handelsrechtbank te dagen indien zij hun handelsbelangen beschadigd zien door al te strenge milieu- en gezondheidswetgeving.

Europees Parlementslid Bart Staes becijferde dat de Europese landbouw zelfs op macro-economisch vlak niets te winnen heeft bij dit akkoord (0,27 à 0,48% groeiverwachting). Op sociaal vlak staat de kleinschalige landbouw in Europa meer dan ooit op de helling en zal de Europese consument nog meer (ongezonde) eenheidsworst te slikken krijgen. Bovendien zal Europa overspoeld worden door laagkwalitatieve graan- en vleesproducten van het Amerikaanse continent, door de nog op til staande vrijhandelsakkoorden met Canada en Mercosur.

De vrijhandelsakkoorden druisen dus volledig in tegen de GLB-doelstelling om de Europese landbouw economisch slagkrachtiger te maken.

Belgische banken speculeren met voedsel

In een rapport stellen zes ngo’s de betrokkenheid van Belgische banken bij voedselspeculatie aan de kaak. Het rapport stelt: Zowel Axa, Belfius, ING, ABN Amro, Deutsche Bank als BNP Paribas Fortis lieten en laten Belgische spaarders intekenen op fondsen die zich inlaten met voedselspeculatie.

Er is sprake van 28 grondstoffenfondsen voor een totaal bedrag van 3,7 miljard euro particulier spaargeld, en nog een veelvoud van dat bedrag aan bankinvesteringen en institutionele beleggingen.

Voedselspeculatie destabiliseert globale voedselmarkten en houdt vooral desastreuze gevolgen in voor ontwikkelingslanden, waar een stijging van de voedselprijzen een onmiddellijke impact heeft op het gezinsinkomen. Spaarders zijn zich dikwijls niet bewust van het feit dat met hun geld aan voedselspeculatie wordt gedaan. De zes ngo’s eisen dan ook een strenge nationale en internationale regelgeving om deze praktijken onmogelijk te maken. Ze wijzen er ook op dat de regering zich in haar regeerakkoord engageerde om voedselspeculatie aan te pakken.

Download het rapport op www.ikgroeimee.be

Benny Van de Velde