Ga naar de inhoud
Gaston Martens

De varkenssector is populair in de pers: maar is de sector ook populair voor de boer? Zoals in elk liberaal model wordt ook de prijs van het varkensvlees op de wereldmarkt bepaald. De lage prijzen drijven veel varkensboeren naar de afgrond. Ze investeerden zwaar in de hoop dat een hogere productie de lage marges per afgeleverd dier zou compenseren. Maar schijnbaar is op wereldniveau de productiekost lager dan in België. Dus zou je denken: als de Vlaamse boer geen rendement kan halen, dan zal de varkensstapel toch dalen? Neen, integendeel. Wat is de reden voor deze paradox?

 

Een lage varkensprijs leidt niet automatisch naar een vermindering van de productie… omdat de prijs die de (onafhankelijke) varkensboer krijgt maar een deel van de prijsketting is. Drie grote kostengroepen bepalen de kostprijs van het varkensvlees: de voeders, het kweken van de dieren en het slachten en verwerken van het vlees. Zoals Bart Vergote in De Standaard aangaf: veevoederbedrijven kweken zelf ook varkens, maar aan een lagere kostprijs. De grote spelers integreren twee of drie activiteiten in de productieketen: naast de voeders staan ze ook in voor het kweken en soms ook voor de vleesverwerking. Kweken deze integratoren die varkens in hun eigen bedrijf?

Neen, de meeste veevoederbedrijven werken via contract-boeren; zelfstandige landbouwers die in opdracht dieren verzorgen in stallen waarop vaak een zware leningslast rust. Maar dekt deze vergoeding de zware investeringen en kosten, het vele werk en de gezinsdruk die een varkensbedrijf met zich meebrengt (365 dagen per jaar)? Volgens Francis Peetermans (De Standaard) niet: hij spreekt van een hongerloon!

Wat zou er gebeuren indien de integratoren zelf 100% financieel verantwoordelijk werden voor de ganse productieketen? Wat indien ze hun dieren door werknemers in volledige loondienst (geen contract-boeren) laten verzorgen in hun eigen stallen met alle kosten die hieraan verbonden zijn? Zal de productie dan nog rendabel zijn? Het antwoord op deze vraag bepaalt of de paradox blijft bestaan of niet. Indien het antwoord “neen” is, zal de varkensstapel dalen: geen enkel bedrijf zal op langere termijn met verlies kunnen werken! Is het antwoord “ja” , dan zal de varkensstapel niet dalen en zal de prijs van het slachtvarken niet stijgen. De onafhankelijke varkensboer, die de dierenvoeders moet aankopen en de dieren levert aan het slachthuis, heeft dan geen toekomst. Hoe hard dit ook klinkt: hij zal het zeer moeilijk hebben indien hij enkel blijft inzetten op “anonieme massaproductie”.

Is er dan nog toekomst voor de onafhankelijke varkensboer? In 1990 publiceerde De Standaard een opinie van de ‘Werkgroep voor eerlijke en rechtvaardige landbouw’ (Wervel) met als titel: “Minder varkens, meer prijs”. De landbouw “zou terug moeten naar een meer extensieve wijze van veehouderij met gemengde bedrijven waar er niet meer dieren per hectaren gehouden worden dan de natuur kan verdragen.” Toen reeds zocht Wervel oplossingen om een eerlijke en rechtvaardige landbouw mogelijk te maken, met respect voor het milieu. De nitraatrichtlijn is vandaag bijna even oud als Wervel, de milieuproblematiek blijft helaas actueel. Ook vandaag is er nood aan nieuwe initiatieven, niet zozeer van de overheid maar van de bedrijven zelf.

Het verhaal van Filip Van Laere en Bart Mouton (De Standaard) en de verhalen van andere succesvolle verbrede landbouwbedrijven bewijzen dat het zoeken van een eigen niche ook de onafhankelijke varkensboeren een toekomst kan bieden. Ons bedrijf, De Martenshoeve, zoekt haar niche in het zelf vermarkten van onze producten. Al jaren produceren we het voeder op onze eigen akkers. Wij leggen dus geen beslag op landbouwgrond in het Zuiden. Onze varkens leven in ruime stallen met buitenuitloop. Via de coöperatie Hoevevlees verkopen we vandaag reeds een beperkt deel van onze productie tegen een eerlijke vergoeding voor de boer aan de bewuste consument. Een eigen hoevewinkel (opening voorzien dit voorjaar) zal onze korte keten verkoop ongetwijfeld een duw in de rug geven. Wij geloven en hopen dat op die wijze een grondgebonden, onafhankelijk, familiaal varkensbedrijf ook in Vlaanderen een toekomst kan hebben!!

Familie Martens-Jans, Alken

 

Deze opinie werd aangeboden aan De Standaard maar niet gepubliceerd. Landbouwleven van 13 maart 2015 nam de tekst (ingekort) wel op.

Lees meer over de Martenshoeve in het artikel Autonoom, met oog voor dier en mens