Ga naar de inhoud
Rio+20 vanuit België

De samenleving in beweging – België op weg naar duurzame ontwikkeling?

B. Mazijn, N. Gouzée, ASP, Academic & Scientific Publishers, Brussel, 208 p.

Het Brundtland-rapport is door de Verenigde Naties uitgebracht in 1987. Het leidde tot de eerste VN-conferentie over het milieu in Rio de Janeiro in 1992. De intenties die uitgesproken werden,vormen de rode draad in het boek.

Vele auteurs hebben eraan meegewerkt, in de vorm van interviews en met eigen bijdragen, die samen de hoofdmoot vormen van het boek (deel 2). De redactie heeft evenveel Frans- als Nederlandstaligen (waaronder Wervel) benaderd om telkens als een koppel een selectie uit de thema’s van Rio 1992 te belichten. Naast de Nederlandstalige editie bestaat er een Franstalige, beide uitgegeven in 2012 ter gelegenheid van Rio+20.

In het voorafgaande deel 1 wordt duurzame ontwikkeling ingeleid als concept, als visie en als noodzaak tot verandering. Deel 3 gaat in op de opvoeding tot duurzaamheid en op de vraag hoe instrumenten te ontwikkelen om de voortgang in de richting van meer duurzaamheid te meten. Terugvallen op het BNP, het bruto nationaal product van ieder afzonderlijk land, om de ontwikkeling te meten, volstaat niet meer en is zelfs onbruikbaar als het gaat om ecologische, sociale en culturele duurzaamheid.

Deel 2 vormt zwaartepunt van het boek

Het zwaartepunt van het boek wordt gevormd door deel 2: Realisaties van de maatschappelijke groeperingen in België. De aan Rio 1992 ontleende thema’s zijn:

  • De rol van kinderen en jongeren in duurzame ontwikkeling
  • De cruciale rol van vrouwen in milieubeheer en ontwikkeling. Hun volledige deelname is van essentieel belang om duurzame ontwikkeling te bereiken.
  • Onderscheid tussen culturen maar zonder ze te scheiden.
  • Het verband tussen milieu en ontwikkeling: de uitdagingen gezien door de ngo’s, partners voor duurzame ontwikkeling.
  • Sociale en milieusolidariteit gezien door de vakbonden; versterking van de rol van werknemers en hun vakbonden.
  • Duurzame strategieën gezien door het bedrijfsleven.
  • Duurzame voedingssystemen en globalisering van de landbouw.
  • Hefbomen in handen van lokale overheden op weg naar meer duurzame ontwikkeling
  • De wisselwerking tussen wetenschap en beleid, en met name de vraag: wat kan de wetenschappelijke en technologische gemeenschap aanbrengen?

Alle bijdragen aan deel 2 zijn gestructureerd volgens onderstaande vier vragen:

1.   Op welke manier hebben de activiteiten en initiatieven van de grote maatschappelijke groep waartoe u in België behoort sinds Rio 1992, bijgedragen tot de verwezenlijking van duurzame ontwikkeling?

2.   Vormt het niet-duurzame karakter van ons huidige ontwikkelingsmodel een obstakel voor de realisatie van de doelstellingen van de belangrijke maatschappelijke groep waartoe u behoort?

3.   Welke acties en/of welk beleid zou(den) er, volgens u, moeten worden gevoerd om     de transitie naar duurzame ontwikkeling te versnellen?

4.   Wat wilt u zelf binnen dit en vijf jaar (voor Rio +25) verwezenlijken om de transitie te versnellen?

In alle gevallen werd aangedrongen op een belichting vanuit de Belgische situatie. Onvermijdelijk reikt in een globaliserende wereld de blik ver buiten de eigen grenzen, zeker waar het gaat over voedsel.

Het boek is een rijke bron van informatie en verdient ieders aandacht.

Gert Coppens