Ga naar de inhoud

Met zoveel bebouwde oppervlakte in Vlaanderen, is waterbeheersing geen sinecure. Bij piekdebieten is het dweilen met de kraan open. Het is dan ook cruciaal dat de grootste oppervlaktes, ingenomen door de landbouwsector, beter het water doorlaten. Onze landbouwbodems zijn daartoe te weinig in staat, omdat de humus sinds jaren verminderd is en steeds zwaardere machines de ondergrond vastrijden. Daar iets aan doen brengt ook voor de landbouwsector geld in het laatje.

Jarenlang gedoogdbeleid qua ruimtelijke ordening maken de oefening in Vlaanderen nog moeilijker. De bestaande erosiebestrijding wordt al te vaak opgevat als dure symptoombestrijding (zoals waterbekkens), waardoor ze ook maar marginaal van de grond komt. Terwijl een brongerichte aanpak – zorgen dat het water op de akkers zelf doorsijpelt – een algemene win-win situatie zou kunnen betekenen. Cruciaal daarbij is meer humus in de grond krijgen. Een gezonde bodem, met voldoende humus en een goed bodemleven, kan water zowel stockeren als doorlaten. De eenzijdige bemesting en het veelvuldig gebruik van pesticiden vandaag de dag, dragen daar zeker niet toe bij. Veel beter is om het bodemleven te voeden met compost of houtsnippers en bodems minder om te ploegen. Daarnaast is ook een goede bodembedekking van belang, gecombineerd met de aanwezigheid van bomen op de akkers, om water nog meer tegen te houden en te laten insijpelen.

De Zweedse universiteit van Lund onderzocht de evolutie van de gewasopbrengst en het inkomen bij een afname en toename van de humus. Als de humusafname van 1% per jaar zich doorzet tot 2035, zal de gewasproductie verminderen met 6%, en het landbouwinkomen verminderen met minstens 27%. Als de hoeveelheid koolstof daarentegen jaarlijks toeneemt met 1%, stijgt de gewasproductie in 2035 met 8%, maar ook het landbouwinkomen met minstens 34%. Frans onderzoek toont aan dat landbouwsystemen met bomen in de percelen tot 50% meer opbrengst kunnen produceren dan de monoculturen die nu overheersen. Bovendien varen ook het klimaat, de biodiversiteit en last but not least, de waterbuffering wel bij deze ingrepen, zowel in droge als in natte tijden. Als de watertafel immers voldoende wordt aangevuld, zullen problemen bij droogte ook verminderen.

De Vlaamse overheid besliste dit jaar alvast om vanaf 2011 investeringssteun te geven voor meer bomen in de akkers. Dat is een goed signaal, maar jammer genoeg zal dit niet volstaan en zullen ingrijpendere maatregelen nodig zijn om de eerste trap in de aanpak van minister Schauvliege te laten werken. We durven hopen dat de minister in de toekomst het bodemleven en de diensten die het de maatschappij verschaft uit de marginaliteit haalt en naar waarde schat.

Jeroen Watté is medewerker van de Werkgroep voor Rechtvaardige en Verantwoorde Landbouw.

Bram Moeskops is doctorandus aan de Vakgroep Bodembeheer, Universiteit Gent.

Leen Laenens is directeur van Bioforum Vlaanderen.


Zie ook eerdere oproep aan de minister: “Minister Schauvliege: maak de bodembiodiversiteit economisch zichtbaar!