Ga naar de inhoud
Wij Varkensland - ode aan Mest-Vlaanderen

“Wij, VarkenLand” is een creatief onderzoek naar identiteit in West-Vlaanderen in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, onder leiding van theatermaker Lucas De Man en filmmaker Gilles Coulier. Het project vertrekt vanuit sleutelvragen over identiteit, regionalisering en het zoeken/verlangen naar roots. We lezen op de website onder andere: “Omdat wroeten in de West-Vlaamse aard ligt.” Eigenlijk had men beter gewoon een everzwijn genomen als identiteit, want West-Vlaamse varkens kunnen niet meer wroeten. Onze varkens lopen al lang niet meer buiten. Ze worden gevoederd met Braziliaanse soja, die gelinkt is aan ontbossing van het Amazonewoud, onteigening van lokale boeren en een gigantisch pesticideverbruik. Een monocultuur waarin iedere diversiteit, iedere lokale context vervangen is door een genetische woestijn.

Tussen de 75 en 90 procent van de granen in de wereld is in handen van slechts vier bedrijven,:ADM, Bunge, Cargill en Dreyfus. De soja wordt, eenmaal geoogst, verscheept richting Europa, in het varkensvoeder gemengd en naar de varkensbedrijven gebracht.

Een varkensbedrijf moet geld opbrengen. Dit betekent dat je zoveel mogelijk biggen per zeug moet produceren en zoveel mogelijk varkens met zo weinig mogelijk voederkosten moet grootbrengen. Een goede zeug werpt ongeveer 15 biggen, waarvan er een paar in de “couveuse” of bij pleegzeugen moeten liggen. Een groot bedrijf produceert ongeveer 10 000 varkens per jaar. De stallen zijn volledig hermetisch afgesloten, wegens het gevaar voor infecties. Honden en katten lopen er niet rond. Alweer een homogene monocultuur, want de slachthuizen willen een homogene kwaliteit, da’s gemakkelijker te verhandelen. Vandaag produceren we in Vlaanderen drie keer meer varkens dan we er kunnen eten. De rest exporteren we.

Hoe vertalen we dit varken naar de West-Vlaamse identiteit? Het is er een van toegenomen uniformisering, een product dat om het even waar kan worden geproduceerd, aangezien het toch internationaal voeder gebruikt en naar overal geëxporteerd wordt. De varkensindustrie is de auto-industrie van West-Vlaanderen, aangezien de bedrijven op termijn toch zullen verhuizen naar Oost-Europa wegens de lagere milieunormen die daar gelden. 80 % van de Vlaamse varkens wordt door 20% van de grootste bedrijven geproduceerd zodat de “kleintjes” langzaam uit het systeem worden gedreven wegens “niet competitief genoeg”. Willen we echt een West-Vlaanderen dat langzaam wegkwijnt onder de globalisering?

Misschien moeten we eerder naar een ander varken zoeken: één dat lokaal geproduceerd voeder eet, buiten mag lopen en wroeten en geen levende vleesmachine is. Lokale rassen kunnen dan weer hun intrede doen en consumenten kunnen hun stukje vlees rechtstreeks van de boer kopen.

En gelukkig zijn er al een paar initiatieven in West-Vlaanderen. zoek maar op het internet (Voedselteams, CSA, bio-varkens, lokaal geproduceerd voeder, traditionele varkensrassen). Je krijgt een stuk vlees waarvan je weet hoe het geproduceerd is, waar en door wie. Vertrouwen komt in de plaats van anonieme labels in de supermarkt. Een varken dat opnieuw kan wroeten in de aarde, waarmee de West-Vlaming weern echte landbouwerskwaliteiten mag tonen en niet het slachtoffer is van globalisering!

Bert Vandervennet


Sojameel geen nevenstroom

Rapport verdeling van de economische waarde van de wereldwijde sojateelt

Uit onderzoek van Profundo is gebleken dat het gebruik van sojameel in veevoer een van de hoofdoorzaken is van de groeiende vraag naar soja. Het argument van de vlees- en zuivelsector dat voor de veevoerproductie slechts gebruik gemaakt wordt van een afvalproduct van de productie van sojaolie, is dan ook onjuist. Hiermee is aangetoond dat de vraag naar sojameel voor veevoer een belangrijke oorzaak is van het op grote schaal kappen van oerwoud en aantasting van de natuur in Zuid-Amerika. Landgebruik voor sojaplantages is een drijvende kracht achter het verdwijnen van oerwoud in Zuid-Amerika.

Download het rapport: wervel.be/sojageennevenstroom

Ook in Vilt, 22/10/2012: “Meel voor veevoeder bepaalt 57 procent van de sojavraag