Ga naar de inhoud

Wervel vraagt samen met 19 andere Belgische organisaties om ook nieuwe gentechnieken aan de huidige, strenge Europese regelgeving omtrent het gebruik van genetisch gewijzigde organismen (ggo’s) te onderwerpen. In Europa doet de agro-industrie, gesteund door een deel van de wetenschap, er alles aan om juist een deregulering te bekomen. Nieuwe gentechnieken zoals CRISPR zouden zo toegestaan worden in de landbouw.

Europese Green Deal

De Europese Green Deal is wat het toekomstig landbouwbeleid betreft alvast duidelijk: tegen 2030 een halvering van het gebruik van chemische, schadelijke pesticiden, een vijfde minder gebruik van kunstmest en een vierde van de landbouwgrond beschikbaar voor de teelt van biologische gewassen. Klare en hoopgevende taal en een steun voor de  agro-ecologische boeren. Een teken ook dat de maatschappelijke kost en de gezondheid van de burger meer aandacht krijgen dan in het verleden.

Het mag niet verbazen dat de agro-industrie zich niet herkent in dit positieve stuk Green Deal. De agro-industrie blijft volop inzetten op technieken, zoals de nieuwe gentechniek CRISPR, die vooral de klassieke landbouwaanpak moeten verbeteren, maar focust niet op fundamentele oplossingen aan de bron. Winstmaximalisatie staat voorop, het maatschappelijke, ecologische en sociale, belang komt pas erna.

Wat is het probleem?

CRISPR/Cas9 is een nieuwe techniek om het genetisch materiaal van een organisme doelgericht aan te passen op een specifieke plaats in het genoom. Net als oudere types ggo’s vallen organismen waarvan het genoom gewijzigd is met de CRISPR/Cas9 techniek, momenteel onder strenge richtlijnen.

Technologie die één of een paar letters in het DNA verandert. Het klinkt mooi. Jammer genoeg zegt de precisie van de ingreep niets over de gevolgen ervan. De wetenschappers die daarachter staan willen ons doen geloven dat dit geheel vergelijkbaar is met de resultaten van traditionele plantenveredeling. Maar dat is het niet.

Dé vraag die zich stelt is: gaan we voor een visie waarbij agro-ecologie centraal staat en alle kansen tot ontplooiing krijgt of kiezen we voor een industrieel, intensief landbouwmodel waarbij technieken om het gen te bewerken een centrale rol spelen? In een agro-ecologische landbouw zijn gentechnieken volkomen overbodig. Daar wordt oa ingezet op een gezonde en veerkrachtige bodem, biodiverse teelten en wordt de kennis van de boer op het voorplan geplaatst.

Waarom nu?

In 2018 besliste het Europees Hof dat de nieuwe gentechnieken zoals CRISPR onder de ggo-wetgeving vallen. Tot groot ongenoegen bij de voorstanders omdat hierdoor CRISPR niet kan ingezet worden in de landbouw. De Europese Raad is – in tegenstelling tot het Europees Hof – van mening dat de nieuwere ggo’s niet onder die strenge richtlijn vallen.

Op 30 april zal de Europese Commissie de resultaten presenteren van zowel een studie over nieuwe technieken die wijzigingen in het genoom van organismen aanbrengen als van een rondvraag bij de lidstaten hierover. Zo is in Vlaanderen is het standpunt van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) alvast zeer duidelijk: zij willen vermijden dat alle technieken die het gen veranderen (genome edited organisms) onder de ggo-wetgeving vallen. De vrees is dus groot dat op 30 april de deur wordt opengezet voor een deregulering van de ggo-wetgeving waardoor de nieuwe ggo-technieken veel gemakkelijker ingang zullen vinden.

Onze oproep: steun deze deregulering niet

Meer dan 160 Europese organisaties, waaronder Velt, hebben een brief gericht aan de heer Timmermans, Vice President van de Europese Commissie, waarin ze hun grote bezorgdheid uiten en erop aandringen die deregulering niet toe te passen. Lees die brief hier.

In België werd een vergelijkbaar schrijven aan de regionale en federale overheden bezorgd. Ook deze brief kan je hier lezen.