Ga naar de inhoud
think global

Het coronavirus heeft onze illusie van veiligheid doorprikt.

Het befaamde vlindereffect zagen we afgelopen maanden op z’n meest macabere manier. Hoe een vleermuis op een Chinese markt er kan toe leiden dat wereldwijd de bevolking binnen blijft, de gezondheidszorg op haar grondvesten davert in verschillende landen en de economische implicaties gigantisch zullen zijn.

De link tussen corona en ons voedselsysteem is al regelmatig aan bod gekomen. De vernietiging van bossen en andere habitats voor soja monoculturen en weides zorgt ervoor dat we in aanraking komen met dragers van ons onbekende ziektes. Dankzij de geïnterconnecteerde wereld verspreidt alles super snel. Maar we hebben ook de recepten in handen om minder kwetsbaar te zijn voor nieuwe epidemieën: verlies van biodiversiteit en habitat tegengaan en  ‘Think globally, act locally’ herwaarderen.

binnendringen

We komen vandaag veel meer in contact met leefgebieden van dieren. “Hoe dichter de mens bij leefgebieden voor dieren komt, hoe groter de kans dat er ziektes worden overgedragen”, vertelt zoöloog Herwig Leirs (UAntwerpen) in een interview aan Mo*. Inheemse volkeren hebben doorheen de tijd meestal een vorm van groepsimmuniteit opgebouwd, waardoor infecties beperkt blijven, maar vandaag komen er ‘buitenstaanders’ binnen zonder immuniteit.

“Die buitenstaanders komen er om bossen te kappen om runderen te laten grazen, of om het vrijgemaakte terrein in te zaaien met soja.” gaat Leirs verder. “ Bovendien is een verstoord ecosysteem een ziek en verzwakt ecosysteem. Dat gaat gepaard met een toename van virussen waar ook mensen last van kunnen hebben.”

De wereld is vandaag een dorp, zo wordt globalisering vaak terecht omschreven. Dat betekent een verrijking, maar het zorgt er ook voor dat er geen lokale problemen meer zijn. Alles is met alles verbonden. We zullen hier beter moeten mee leren omgaan. Want vandaag is het mondiale te vaak een Far West, zonder regels behalve de wet van de sterkste. 

agro-ecologie als oplossing? 

De impact van onze voedselvoorziening op de biodiversiteit is groot. Landbouwgif en overbemesting zijn, naast habitatverlies, mondiale verstoorders van ecosystemen, maar omgekeerd kan door agro-ecologische praktijken voedselvoorziening samengaan met het versterken van biodiversiteit.  

Om te beginnen omarmt een agro-ecologisch systeem diversiteit in gewassen en rassen. In het huidige agro-industriële model zijn er gewassen die instaan voor 50% van de wereldwijde calorie inname. Dat is problematisch voor menselijke en ecologische gezondheid. Agro-ecologie tracht op een natuurlijke manier ziektes te beheren, door te focussen op een gezond bodemleven bijvoorbeeld. Agro-ecologische praktijken verbeteren de bodem en de waterkwaliteit en -kwantiteit, terwijl het agro-industriële model de schade daaraan als externaliteiten beschouwt.  Door koeien roterend te laten grazen in weides met bomen kan voedselproductie gecombineerd worden met landschapsherstel. Bovendien hebben koeien in dergelijke silvopastorale systemen nauwelijks nood aan antibiotica, omdat hun immuniteit aangesterkt wordt wanneer ze buiten leven en divers eten. Zo vermindert het risico op antibioticaresistentie.

ook op je bord

Een agro-ecologische landbouw kan je niet los zien van wat mensen eten. We zullen fors minder vlees moeten eten zodat het aanbod van agro-ecologische veehouderij de vraag kan bedienen. Ook in het dieet is diversiteit en afwisseling troef.

Act locally

Terwijl de mondiale ketens in moeilijkheden komen voor hun bevoorrading, boomt de korte keten als nooit tevoren. Bij Boeren&buren, Voedselteams en hoevewinkels zijn er veel meer klanten. Omdat ze meer tijd hebben om uitgebreid te koken, niet bij het (bedrijfs)restaurant terecht kunnen. “Het is soms wel improviseren”, vertelt Isabelle van Boeren&Buren in Borgerhout. “We kunnen niet meer terecht op het normale afhaalpunt, en we moeten voldoende plaats hebben om de afstand tussen de klanten te kunnen bewaren. We zaten echt wel wat met de handen in het haar. Gelukkig zijn er heel wat vrijwilligers die meehelpen alles in goede banen te leiden.” Nationaal meldt Boeren&buren een verdrievoudiging van de verkoop. Ook bij voedselteams is er een toename van de vraag. De boeren zien de groeiende vraag graag komen, ze hopen dat die ook na de crisis blijft. 

Traditionele markten zijn wel verboden door de overheid en dat stuit op veel onbegrip. “Waarom kunnen supermarkten wel open zijn en markten in de openbare ruimte niet”, vraagt Christophe Steyaert zich af op sociale media.

Think globally

Het is het positief dat jong en oud de korte keten opnieuw gevonden heeft. Met minder tussenschakels is er meer eigenaarschap mogelijk bij zowel de boer als de eter. Maar er is meer dan lokale groenten en vlees. Voor ingrediënten zoals koffie en olijven zijn we afhankelijk van andere regio’s. Toch is een korte keten ook hier mogelijk. Minder tussenschakels, en zo rechtstreeks mogelijk kopen bij de lokale producent, met fairtrade label waar mogelijk.

Onze wereld is een dorp geworden. Maar het is vandaag nog steeds een Far West. Er is te weinig mondiale samenwerking om globale uitdagingen het hoofd te bieden. De les die we best trekken uit de coronacrisis, is dat er in een dorp een sterke dorpsraad moet zijn die goed kijkt wat er allemaal gebeurt. De socioloog Ulrich Beck sprak van de risicosamenleving en waarschuwde voor een afschuifcultuur: mensen en organisaties die weigeren hun verantwoordelijkheid te nemen. Gelukkig zien we vele landen op nationaal niveau verantwoordelijkheid nemen. Maar ook op mondiaal niveau moet er dialoog zijn, en solidariteit. Want terwijl onze gezondheidszorg performant en onze bevoorrading min of meer garant zijn, is dat in veel andere landen niet zo. 

Tijden van verandering

Naomi Klein staat als auteur al decennia kritisch tegenover het neoliberalisme en schreef in 2007  ‘De Shockdoctrine’. In tijden van crisis is het onmogelijke plots mogelijk, en na de crisis wordt het onmogelijke verder genormaliseerd. Dat kan twee kanten op, een positieve en een negatieve. 

We zien dat vandaag de mondiale hyperconcurrentie in de neoliberale markt geen solide basis is.
We zien dat er meer nood is aan lokale verankering, maar tegelijk ook aan mondiale dialoog.
Zowel bij de boer als bij de eter zullen we ons voedselsysteem op een andere manier moet organiseren.
Werk mee om de positieve verandering voor een meer robuuste samenleving en voedselvoorziening vorm te geven. 

Doe het zelf, doe het samen

Hier vind je alvast drie levenswijsheden :

  1. Ga voor beter. Streef niet altijd naar meer meer.  
  2. Verbind je met de mensen om je heen
  3. Erken de broosheid van mensen, dieren en de planeet

Maar hoe maak je dat concreet in de sfeer van voeding?

Je kan nu beginnen om een lunch met LEF in elkaar te steken

Ontdek hier de tips om eraan te beginnen