Ga naar de inhoud
papaver

Biodiversiteit en agro-ecologie

22 mei is de dag van biodiversiteit. Tijd om te onderzoeken waarom diversiteit ook van belang is in de landbouw.

Silent spring, dode lente. Het boek van Rachel Carson is een van de mijlpalen van de milieubeweging. De angst regeert dat er geen enkele zwaluw de lente maakt. Omdat chemische bestrijdingsmiddelen overal aanwezig zijn.

Vandaag zien de wat oudere biologen een nieuw fenomeen. Jonge generaties zijn zich niet bewust van de armoede aan biodiversiteit. Omdat ze van niet beter weten. Terwijl ouderen mijmeren over de insecten die kleefden aan de voorruit van de wagen toen ze als kindje op reis gingen naar Frankrijk, zien ze jongeren nu verwonderd kijken naar een mestkever.

 

China

Dat het niet goed gaat met de biodiversiteit is een open deur intrappen. Chemische vervuiling, habitatverlies, klimaatverandering, jacht en intensief landgebruik staan in voor de zesde uitstervingsgolf. Normaal gezien ging in China dit najaar een VN-conferentie doorgaan rondom biodiversiteit. Maar de ‘coroniale’ omstandigheden hebben anders beslist.

Biodiversiteit is een huis met verschillende kamertjes. Je hebt diverse soorten vogels, zoogdieren, bomen en planten. Maar je hebt binnen één bepaalde soort ook heel wat genetische diversiteit. Beiden zijn van belang, ook voor de voedselvoorziening.

De landbouw werkt met de natuur. Dieren en planten hebben elk hun eigen functie in het ecosysteem. Bijen voor te bestuiven, wormen om de aarde te verluchten, roofvogels om muizenpopulatie in evenwicht te houden enzovoort.

weerbaar

Maar ook binnen diversiteit in één gewas is van belang, onder meer om weerbaarder te zijn voor ziektes. Zo was er afgelopen jaren een grote angst voor de kwetsbaarheid van bananen voor een schimmelziekte. Wereldwijd worden vooral Cavendish bananen gekweekt voor de menselijke consumptie en die is niet resistent tegen de schimmel. Mochten er een grotere diversiteit aan bananenplanten zijn zou de sector minder kwetsbaar zijn.

boerennatuur

De landbouw heeft niet alleen biodiversiteit nodig, het kan ook een belangrijke rol spelen om de diversiteit aan leven te versterken. Natuurpunt organiseerde vorig jaar De Dag van boerennatuur. Natuurliefhebbers konden zien hoe landbouwers instaan voor meer biodiversiteit: Door plaats te geven aan akker en weidevogels.

Volgens de agro-ecologische benadering is het best om natuur zo veel mogelijk te integreren in de weides en akkers. Het land krijgt zo meerdere functies: voedselproductie, maar ook ecosysteemdiensten en biodiversiteit. In ons zwart-wit kijken wordt deze benadering vaak tegenover het ‘productievere’ landsparing gezet. Door op een intensievere manier aan landbouw te doen heb je volgens deze benadering minder land nodig voor de voedselproductie. Je kan zo meer natuur buiten de landbouw creëren. Deze dichotomie gaat het echter voorbij aan ecologisch intensifiëren. Door beter te begrijpen hoe onderdelen van boerenecosysteem met elkaar interageren, kan je deze interacties optimaliseren en zo een hogere meer productie hebben, en de natuur stimuleren.