Ga naar de inhoud

De Europese Unie hanteert momenteel een nultolerantie voor de invoer van niet-toegelaten ggo-bestanddelen in diervoeder. Omdat de toelating van nieuwe gemodificeerde gewassen in de exportlanden veel sneller gebeurt dan in de EU, dreigt de Europese veehouderij steeds meer verstoken te blijven van Amerikaanse, Braziliaanse en Argentijnse maïs en soja. In een rapport waarschuwt het directoraat-generaal Landbouw van de Europese Commissie voor dramatische gevolgen op economisch vlak.

Indien de VS, Brazilië en Argentinië op grote schaal gemodificeerde soja en maïs zouden telen die in Europa niet is toegelaten, dan zou de soja-import op twee jaar tijd met 25,7 miljoen ton dalen terwijl de prijs met 600 procent toeneemt. De invoer van maïs zou met 3,3 miljoen ton teruglopen, waardoor de prijs met 22,8 procent zou stijgen. Voor de Europese varkens- en kippensector zou dat neerkomen op een "substantiële daling" van de productie, export en consumptie en een "significante toename" van de vleesimport uit derde landen.

Indien de importbeperkingen uit de VS, Brazilië en Argentinië na twee jaar opnieuw zouden verdwijnen, dan zouden de productie en consumptie drie jaar later nog altijd lager zijn dan het basisniveau. Aangezien de veehouderij goed is voor veertig procent van de agrarische productiewaarde in de EU, zou een dergelijk scenario zware gevolgen hebben voor de inkomens en tewerkstelling in de landbouwsector. Ook de toeleveranciers en afnemers zouden zware verliezen lijden, terwijl de consument zich aan hogere vleesprijzen mag verwachten.

In het geval de toevoer van ggo-voeder naar de EU afgesneden wordt, zou de dierlijke productie in de overzeese gebieden flink uitbreiden als gevolg van de makkelijke toegang tot proteïnerijk voeder. Het vlees van de dieren die met dat gewijzigd voeder zijn gekweekt, zou ironisch genoeg massaal op het bord van de Europese consument belanden. Tot hiertoe hebben Argentinië en Brazilië zich ervoor gehoed om gewassen te telen die in de EU niet zijn toegelaten, maar door de stijgende vraag naar soja in China worden deze landen steeds minder afhankelijk van de uitvoer naar Europa.

Het directoraat-generaal Landbouw pleit voor een onderzoek naar mogelijkheden om de verschillen inzake de toelatingsprocedures voor ggo-gewassen tussen de EU en derde landen te reduceren. Misschien is het mogelijk om de procedure te versnellen zonder afbreuk te doen aan de veiligheidsmechanismen, zo luidt het. Het rapport dringt ook aan op een herziening van de nultolerantie voor ggo-bestanddelen die in exportlanden volledig goedgekeurd zijn op basis van internationaal overeengekomen standaarden.(KS)