Ga naar de inhoud

Our Daily Bread: wat de agro-industrie niet wil dat de consument ziet

"Unser Täglich Brot" (Our daily bread) (2006) van de Oostenrijker Nikolaus Geyrhalter is veruit de meest moderne visie op de zogezegd efficiënte landbouw van vandaag.


Door de hoge sociale lasten werd in West-Europa de arbeidsefficiëntie gemaximaliseerd. Dat de band tussen mensen en wat ze eten hierdoor schrijnend wegkwijnt, bewijzen de spontane reacties van walging, maar ook bewondering bij het bekijken van deze film over hoe onze voeding wordt geproduceerd. Technologisch vernuft, maar met een kost op vlak van menselijkheid.

De film duurt anderhalf uur en toont zonder woorden en plaatsaanduidingen verschillende productieplaatsen van ons voedsel. Werkgelegenheid, milieu en kwaliteit zijn allemaal onder geschikt aan een productieverhoging. Enkel het productiesysteem komt in beeld, gaande van het electronisch gestuurde versnijden van zalm, over het afnemen van rundersperma, het machinaal slachten van koeien, het pesticidensproeiende vliegtuig, de spuitgasten in de kasteelt met hun impressionante beschermpakken en gasmaskers. Dat ze geen compostthee aan het sproeien zijn, om de gewassen in de kas een grotere resistentie tegen ziekte te geven, staat buiten twijfel. Geen tijd voor preventie: meer produceren is de boodschap!

De film laat de consument niet toe een band te krijgen met zijn voedsel, omdat de productiewijze zo vervreemdend is. Daarom zijn de reacties op deze film verstaanbaar. Noël Devisch van Boerenbond zegt dat deze film niet representatief is voor de Vlaamse landbouwcontext, dat hoop ik ook, maar de film is des te realistischer voor de Europese massaproductie-consument. Deze film bevat alleen de beelden die de agro-industrie niet wil dat de consument ziet. Dat maakt de film pakkend en de moeite om te zien. De consument kan op basis van deze film wakker worden en zijn onwetendheid over de productiewijze van zijn eigen voedsel in de kast opbergen.

Als die consument een bredere kijk wil op de impact van dit productiesysteem op de maatschappij, dan raden we haar/hem aan om ook andere recente documentaires rond voedsel te bekijken: "We Feed the World (2005)" van de Oostenrijker Erwin Wagenhofer, waar beelden van maïsverbranding voor energieproductie de kijker wakkerschudden, of interviews met VIPs uit de agro-industrie die hun visie op een vrije wereldmarkt laten contrasteren met Jean Ziegler van de Verenigde Naties, die stelt dat elke hongerdode in deze wereld een moord is. Of waar iemand van de zaadmultinational Pioneer uit de biecht klapt over hoe de landbouw en de biodiversiteit wordt kapotgemaakt en de kleinere boeren worden doodgeknepen. Of hoe onze overvloed hier de rechtstreekse oorzaak vormt van armoede ginder. En hoe de productiewijze en het gesleep over heel de wereld het milieu vernietigt en zorgt voor smaakloos genetisch gemanipuleerd voedsel, wat door de consument wordt geslikt zonder dat die op de hoogte is.

Maar dan blijven we misschien vastzitten in een verlammende negatieve spiraal alsof er geen alternatieven zouden voorhanden zijn. Die zijn er in overvloed voor iedereen, en daar is gelukkig genoeg ook al eens een documentaire over gemaakt: "The real dirt on farmer John (2005)". In deze hoopgevende persoonlijke documentaire zien we het levensverhaal van een boerderij, waar boer John zijn klanten ertoe brengt in zijn boerderij te investeren, en zo de band tussen producent en consument, en ook tussen de mens en zijn voedsel herstelt op een duurzame manier. De boer zet zich op bijna ludieke, creatieve manier af tegen de teloorgang van de boerenstiel en vaart een eigen constructieve koers om kwaliteitsvol, lokaal te vermarkten voedsel rechtstreeks aan zijn klanten aan te bieden. Wanneer consumenten wakker worden, ontstaat een sneeuwbaleffect, waarvan we mogen proeven in deze film.

Jeroen Watté,
medewerker Wervel