Bij Van Haesendonck in Zemst kun je terecht voor authentiek Brabants grondwitloof. Die seizoensteelt vult de familie aan met aardbeien, uien, vlees en aardappelen. In hun hoevewinkel kun je daarnaast ook andere groenten en fruit uit de streek kopen. Het is een echt familiebedrijf, gerund door vier broers, Wim, Koen, Benny en Johan, en hun zus Lieve, nog bijgestaan door hun moeder. “Zo’n familiaal bedrijf wordt gesmaakt,” vertelt Koen. “Mensen komen met hun kinderen en willen graag de koeien zien. Ze willen bewust omgaan met wat ze eten en dat meegeven aan hun kinderen.”
In de aardappelloods ruikt het naar munt. “Sinds het verbod op de kiemremmer chloorprofam (CIPC), proberen we het scheuten met muntolie tegen te gaan,” legt Koen uit. “Maar CIPC is niet verboden in de VS en die bewerkte Amerikaanse aardappelen worden nog steeds ingevoerd. Aan ons mag je vragen om duurzaam te zijn, maar geef ons dan een goede prijs en hou rommel buiten de grenzen.
We sluiten zoveel mogelijk onze kringlopen. De overschotten van het witloof dienen als voedsel voor onze koeien en de natste stukken van ons bedrijf doen dienst als grasland. Economen mogen wijzen op de macht van het getal, maar de natuur heeft nu eenmaal haar grenzen. En het is niet omdat je steeds meer koeien hebt, dat je rendement steeds verhoogt. Dit kleinschalige model is het enige dat werkt voor ons.”
Koen betreurt het dat niet meer mensen volgens de seizoenen eten. “Door de keuzes die je maakt als consument kan je zelf een bescheiden bijdrage leveren aan hoe het anders kan. De ultieme wens van een boer is om onze passie door te geven aan de volgende generaties, maar dan dragen we best beter zorg voor ons klimaat!”
“Dit kleinschalige familiale model werkt het beste voor ons. We respecteren de grenzen die de natuur ons oplegt.”
HET GLB WERKT NIET VOOR ONS
Over het nieuwe Europese landbouwbeleid (GLB) is Koen niet te spreken: “Voeding is een fundamenteel recht, niet louter een handelswaar. Winkeliers, verwerkers, iemand die voeding verpakt of winkels belevert…zorgen nog voor meerwaarde, maar alleen maar goederen over de hele wereld slepen, dat creëert toch geen meerwaarde!”
“De subsidies gaan vooral naar de grote industriële bedrijven,” beaamt zijn broer Johan. “Niet naar de producenten van kwalitatief voedsel of naar écht respect voor de natuur. Grote winkelketens en aardappelgiganten, zoals Clarebout, kopen overal grond op. Op den duur kunnen wij boeren geen grond meer vinden en worden we verplicht om te werken als arbeiders in grote landbouwfabrieken.” Ook zus Lieve vertelt hoe moeilijk het wordt voor kleine boeren. “Als wij naar de bank willen voor een kleinschalige investering, dan krijgen we die niet. Ook het vele papierwerk vormt een obstakel. Hierin zou de overheid ons veel meer kunnen ondersteunen.”
Het antwoord is volgens Johan eenvoudig: “Dat men ons gewoon betaalt voor kwaliteit!” Maar boeren hebben weinig onderhandelingsruimte over de prijzen. “Wij boeren zitten als konijnen voor een lichtbak,” vult Koen aan. “Wij willen ons werk goed doen, maar de politici moeten dat ook doen, namelijk een beleidskader scheppen waarbinnen wij ons beroep kunnen blijven uitoefenen.”
De subsidies gaan vooral naar de grote industriële bedrijven. Niet naar de producenten van kwalitatief voedsel of naar écht respect voor de natuur.
KORTE KETEN
Hun hoevewinkel biedt een oplossing door het herverbinden van burgers en boeren. Koen ziet ook veel voordelen in de rechtstreekse samenwerking met andere boeren. “Je bent zeker dat je altijd dezelfde kwaliteit krijgt en je kunt met elkaar praten, als er overproductie is, zoek je samen een oplossing.”
Lieve vindt het vooral fijn om waardering te krijgen voor hun producten. “Dankzij de rechtstreekse verkoop kunnen wij content zijn, als onze klanten content zijn.” Gevraagd naar de avocado’s in de hoevewinkel, legt Koen uit dat deze geleverd worden via hun partner in Spanje, een historicus die daar door corona strandde en er verliefd werd. “Het is niet altijd gemakkelijk om duurzaam te handelen. Zo raken mandarijnen die niet gewaxt zijn moeilijk verkocht, omdat ze minder glanzen. Winkeliers proberen dit op te lossen door ze meer te belichten in de winkel, maar het is vooral onze houding rond voeding en de hoge esthetische eisen die we stellen die moeten veranderen,” legt Koen uit. “Wij hopen dat we onze klanten blij kunnen maken met appelsienen met een echt verhaal erachter. Niet alleen een goed product, maar ook een goed verhaal van hoe de productie verliep. Zodat de mensen met een goed gedacht in hun bed kunnen kruipen.”
De reeks ‘Goed boeren’ is een samenwerking van Voedsel Anders, Boerenforum en Wervel: Voedsel Anders vraagt dat kleinschalige en familiale boer.inn.en die agro-ecologische werkwijzen inzetten de steun krijgen die ze verdienen. Tot op de internationale Dag van de Boerenstrijd (17 april) zetten we wekelijks een van onze agro-ecologische helden in de kijker met zijn/haar verhaal. Lees meer over onze actie aan het beleid.