Mest-Actie Plan: van 1 naar 6 zonder vooruitgang?
Uiteraard voelt Wervel mee met wat de varkensboeren al zo lang wordt aangedaan. Terwijl in Vlaanderen MAP 6 i.v.m. de waterkwaliteit geëvalueerd wordt, hebben de grootschalige corona-uitbraken in Duitse en Nederlandse slachthuizen de volledige Europese varkensmarkt ontwricht. Grote oorzaak is de weigering van China om nog langer vlees uit deze door corona getroffen slachthuizen in te voeren. De prijzen op de Europese markt gingen de voorbije twee weken fors onderuit en slachtingen worden uitgesteld.
van crisis naar crisis
De laatste 30 jaar ondergaan we in de varkenssector crisis na crisis. Bijvoorbeeld na de Duitse dioxinecrisis anno 2011 kwamen uit diverse hoeken ondersteuningsacties om onze exportgerichte vleesindustrie veilig te stellen. Ten gronde lost dit echter het structureel probleem niet op waarin de landbouw en de varkenssector in het bijzonder vast zitten. Dertig jaar geleden publiceerde De Standaard een Wervelopinie, die vandaag pijnlijk genoeg nog altijd actueel is. Aan het woord o.a. wijlen Sicco Mansholt, vader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.
van het eerste Mest-Actie-Plan naar het zesde
De aanhef gaat over de context van de varkenspest in 1990. Deze inleiding laten we weg, maar de rest van het stuk kan anno 2020 opnieuw gepubliceerd worden. Zeker in de context van Afrikaanse varkenspest, die onze exportgerichte landbouw al een tijd teistert en soms ‘kansen’ biedt; de aanvoer van de nog steeds overzeese soja uit bijvoorbeeld Brazilië (uit Cerrado en Amazone; het grootste sojaschip ooit meerde vorige week in Amsterdam aan), het land van de extreem-rechtse president Bolsonaro; de terug aangegroeide veestapel met als gevolg de ondermaatse waterkwaliteit en MAP 6 dat voor deze ‘grondloze’ vleesproductie een oplossing meent te zijn. Map 1, Map 2, Map 3, Map 4, Map 5 waren ook als uitweg uit de mestvloed bedoeld. Het stuk kan dienen als doordenker voor het hoognodige debat over de transitie van ons landbouwmodel en de voor Vlaanderen belangrijke varkenssector naar een landbouw met toekomst. In dat debat zal samen met de veehouders, de overheid, de industrie en het maatschappelijk middenveld moeten nagedacht worden hoe de transitie concreet zou kunnen verlopen zonder sociale slachtoffers te maken. Er zijn verschillende uitwegen, zoals lupine- of kempteelt, zowel in het veevoeder als voor directe menselijke consumptie.
Zieke sector
“De sector van de varkenshouderij is zelf in zijn geheel ziek.” Zo zei eind juli de heer Sicco Mansholt, voormalig EG-commissaris voor Landbouw en vader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid: “De varkenshouderij zal de volgende jaren minstens moeten gehalveerd worden. Als de beslissingen politiek niet worden genomen, zullen de varkens zelf en het milieu het ons opleggen.“
De landbouwpolitiek zal de volgende maanden, jaren inderdaad een beslissende wending moeten nemen. Wij moeten terug naar een extensieve wijze van veehouderij, liefst weer gemengd met akkerbouw, per bedrijf en/of per regio. Zo kan de mest in het eigen gebied op het land worden gebracht. In Vlaanderen moeten dan geen energieverslindende transporten meer georganiseerd worden om de mestoverschotten af te zetten in akkerbouwstreken. Vanuit Nederland hoeven er dan geen boten meer te vertrekken met mestkorrels, richting Spanje en Frankrijk om de wijngaarden te bemesten.
Een wereld op haar kop kan weer op adem komen. Milieudruk wordt verlicht, energieverspilling ingedamd. Er zal een maximumquotum aan varkens moeten worden afgesproken, per land, per gebied, per bedrijf. Dit vraagt een aanpassing en uitbreiding van de bestaande EG-marktordening voor varkensvlees, zoals de regelingen voor rundvlees en voor zuivel nog moeten worden aangescherpt. Quotaregelingen behoren tot de oplossingen, op voorwaarde dat ze niet verhandelbaar zijn. Op langere termijn moeten alle landbouwproducten zo’n regeling tegemoet gaan: productiebeperking én sociaal-ecologisch verantwoorde prijzen.
grondgebonden
Veehouderij moet in zo’n marktordening grondgebonden zijn. Niet meer dieren per hectare dan de natuur kan verdragen. Niet meer varkens dan eraan mest in de omgeving kan worden afgezet. De varkenshouderij moet dus veel gelijkmatiger over de EG-regio’s (1) worden verspreid. Dit betekent dat gebieden als West-Vlaanderen en Zuid-Nederland terug moeten, de kortetermijnbelangen (o.m. export) ten spijt.
De varkenshouders zullen daarvoor een hogere, gegarandeerde prijs van Brussel moeten krijgen. Zodanig dat zij een rechtvaardig inkomen verdienen bij een ecologisch verantwoorde productie, op voorwaarde dat ze bevrijd worden uit de afhankelijkheid van de integrators: de veevoedernijverheid.
veevoer
De invoer van veevoer van buiten de EG moet worden beperkt, vooral als deze uit de Derde-Wereldlanden komt. Dit zal deels van zelf gebeuren, als er minder vraag is naar krachtvoer bij minder varkens. Als bovendien de varkenshouders een betere prijs voor hun varkens krijgen, kunnen ze het iets duurdere veevoer van onze eigen akkerbouwers betalen. De Derde-Wereldlanden moeten voor deze vermindering van export worden gecompenseerd door steun en rechtvaardige prijzen voor de wederopbouw van hun eigen kleine gezinsbedrijven, kleinschalige voedselproductie en lokale markten.
Dat is wat in de Uruguay-ronde van de GATT-onderhandelingen moet worden bedongen. Als de EG productiebeperking (2) aanbiedt, mag ze het recht eisen op beperking van invoer en kan ze bepleiten dat boeren en boerinnen een sociaal-ecologische prijs krijgen voor hun producten. De tijd dringt. Na vier jaar onderhandelingen wordt deze ronde 3-6 december in Brussel afgesloten. Zullen boer en boerin, plant, dier, milieu, consumenten in het Noorden en hongerende volkeren in het Zuiden de verliezers zijn? Of wordt het tij gekeerd door de slachtoffers van de geschiedenis? Tot nu toe lijkt het er niet op.
loon naar werk
Uiteindelijk is een veilige, natuurverantwoorde en diervriendelijke landbouw een veehouderij op den duur goedkoper, omdat er minder wordt verspild, vernietigd en uitgebuit (3). Als boer en boerin loon naar werken krijgen, moeten ze niet verder de natuur – de eerste arbeidster – uitputten. Nu gaat van elke 100 fr. die aan voedingswaren wordt uitgegeven, 60 fr. Naar de verwerkingsindustrie en 40 fr. naar de boer, waarvan slechts 8 fr. voor zijn arbeid is. Deze verhouding kan onder meer door een herverdeling van de EG-belastingen rechtvaardiger worden.
Daar de gemiddelde Europeaan twee- tot driemaal te veel vlees (vr)eet, moet bovendien onze vleesproductie en –consumptie omlaag. Omwille van de volksgezondheid en omwille van wereldwijde rechtvaardigheid.
Dit zou het programma van de Vlaamse en Nederlandse Boerenbonden dienen te zijn. Hun pioniers, de Vlaamse priester Mellaerts en de Nederlandse norbertijn Van den Elzen, zullen in deze keuzes recht worden gedaan…, ook al waren zij in hun praktijk kind van hun (korporatistische) tijd. Of zal het Varkens-Tribunaal (4) onze beschaving nu, honderd jaar later, veroordelen?”
Luc Vankrunkelsven,
De Standaard 17 augustus 1990.
voetnoten
- We opteren ervoor om de toenmalige benamingen EG, GATT, frank etc. in deze tekst te behouden.
- Het kan buitenaards overkomen om anno 2020 voor het ‘vrije’ product varkensvlees met het instrument ‘productiebeheersing’ af te komen. Toch vinden we het zinvol om in de nieuwe crisis dit taboe te doorbreken.
- De totale maatschappelijke kosten voor conventioneel varkensvlees worden geraamd op minimaal 2,32 euro per kilogram. De totale jaarlijkse maatschappelijke kosten van in Nederland geslachte varkens bedroegen in 2008 minimaal 1,5 miljard euro per jaar, ofwel bijna 100 euro per Nederlander. We vermoeden dat dit voor de Vlaamse varkenshouderij gelijkaardig is. (Naar een studie van het ‘Instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit’, in opdracht van de Nicolaas G. Pierson Foundation; zie: http://ngpf.nl )
- Wervel bundelde het twee maanden durende debat in De Standaard in ‘Het Varkens-Tribunaal’. Nadien publiceerden we nog tal van kranten over GATT-WTO, veevoederimporten, mestproblematiek (in de jaren ‘90 vier mestkranten; o.a. ‘Geen MAP zonder PAP: Prijzen Actie Plan), landbouwmodellen. Deze uitgaven zijn nog te verkrijgen.