Ga naar de inhoud
Notelaren aangeplant in 2012

François Ongenaert begon in 1984 op een gangbaar gemengd bedrijf met akkerbouw, groenten, aardbeien en varkens . Na tien jaar was hij even betrokken bij Wervel en schakelde hij om naar bio. François is al twintig jaar bezig met compost, was één van de eersten om niet meer te castreren, en gaf zijn varkens veel ruwvoer: gemaaid gras of grasklaver, onkruid, afval van groenten zoals rodebietenloof, vermalen luzernehooi en zelfs eikels van de bomen op zijn bedrijf. Hij zag daarvan de gevolgen in een verbeterde vleeskwaliteit.

Maar het aanbod van biovarkens was toen nog wispelturig en de vraag klein, de markt schommelde teveel en hij stopte in 2008 met varkens. Vroeger waren er veel groenten en aardbeien op het bedrijf en was er een winkel. Na een brand in 2009 is die stopgezet. Nu ligt de nadruk meer op akkerbouw. Agroforestry leerde hij enkele jaren terug kennen via de Wervelkrant, en het idee rijpte langzaam. François is sterk verknocht aan de bijna 300 bomen op zijn bedrijf.

Investeren in ecologisch kapitaal

Het bedrijf is omzoomd met meidoornhagen waarin wilgen staan. In het midden van de percelen staan wintereiken en zaailingen van walnoot. De komende jaren wil hij zoete kers en veredelde noten bij planten. Waarom? Bomen aanplanten betekent investeren in ecologisch kapitaal. Agroforestry of boslandbouw is een voorbeeld van agro-ecologische intensivering: meer produceren met minder inputs, zonder de draagkracht van het ecosysteem te overschrijden. Het levert enerzijds producten op als hout, strooisel en vruchten. Anderzijds verschaffen de bomen een heleboel diensten aan de boer en het milieu. Oriëntatie, dichtheid en boomsoortenkeuze bepaalt François vanuit een langetermijnvisie, zowel economisch als agronomisch.

Bomen zijn de bank van het bedrijf

Vroeger was de boom een vast onderdeel van landbouw, ook bij ons. Begraasde hoogstamboomgaarden – vandaag beleefd als toeristenattractie – waren gebruikelijk. Koeien of schapen aten het valfruit op en vormden op die manier een buffer tegen bepaalde ziektes in de boomgaard. Traditioneel vormden bomen ook de bank van het bedrijf. De boeren die in Frankrijk de eerste tractoren kochten, deden dat met de opbrengst uit de houtverkoop van enkele notelaren. De laatste decennia stuurde het Europees landbouwbeleid aan op schaalvergroting en specialisatie, wat de bomen uit de landbouw verdreef. Maar Europa keerde de kar. Niet toevallig, want bomen zijn een cruciaal element in de oplossing voor enkele problemen waar de landbouw mee kampt: lage inkomens, verlies aan tewerkstelling, grote inputafhankelijkheid en achteruitgang op vlak van bodem, water, biodiversiteit en klimaat. Agroforestry kan – mits geleidelijk toegepast – het bedrijfsinkomen verdubbelen, zonder nood aan schaalvergroting. François is natuurlijk begaan met de biodiversiteit in zijn omgeving en op zijn bedrijf, maar aan de basis van zijn keuze om bomen aan te planten, ligt ook een doordachte economische overweging. “De bomen zijn een vorm van pensioensparen met meer zekerheid dan het wettelijk pensioen. Ik ben begonnen met het aanplanten van hagen toen ik al enkele jaren overgeschakeld was naar bio: ik wou een ingesloten geheel creëren”, vertelt hij. “Naar mijn gevoel is dit gewoon een goed systeem. De bomen brengen ook nu al op: ik verkoop het brandhout aan particulieren en haksel het wilgensnoeihout om te composteren met luzerne.”

Goede combinaties maken

Foto: François Ongenaert, akkerbouwer in Waasland

François is van plan om op termijn op het luzerneperceel ook bomen te planten. Luzerne is een meerjarig gewas en het wortelt diep. Dat stimuleert de boomwortels om nog dieper te gaan en niet in concurrentie te gaan met de wortels van de luzerne. Nochtans wordt wortelconcurrentie vaak aangehaald als reden om geen bomen aan te planten op landbouwgrond. Maar in een goed perceelontwerp hou je rekening met de behoeften van de gewassen. Tarwe en notelaar gaan bijvoorbeeld perfect samen. De walnoot heeft een penwortel, komt laat in blad en verliest vroeg zijn bladeren. De tarwe krijgt zo licht wanneer nodig en haalt ook een hoger eiwitgehalte dan in monocultuur.

Op maat van elk bedrijf

Natuurlijk komen bij boslandbouw een heleboel aspecten kijken, waardoor je als boer je manier van werken soms moet aanpassen. De optimale oriëntatie van de bomenrij op vlakke grond is noord-zuid. Het gewas rijpt dan gelijkmatiger omdat het zonlicht overal aankan. Op sterk hellende grond kan je volgens de hoogtelijnen aanplanten, zo verbeter je de waterberging van je perceel. Dat kan betekenen dat je de bewerkingsrichting moet veranderen. Welke boomsoort je kiest, hangt van veel factoren af. Hoe ziet de ondergrond eruit? Mik je op zelfplukfruit? Wil je vooral houtproductie? Hoe frequent wil je oogsten en hoe lang wil je wachten op de eerste oogst? Voor zijn bomenkeuze zocht François naar een variatie van korte en langetermijninkomsten. “Van de wintereiken weet ik dat ze hier goed groeien. Ook zoete kers en notelaar koos ik voor het hout op termijn. Ik ga ook veredelde noten aanplanten dit jaar, omdat die al na vijf jaar noten geven.”

Water en koolstof

Bomen verbeteren de waterhuishouding van een landbouwperceel op vele manieren. De bladoppervlakte van één boom kan enkele hectaren groot zijn. Dat zorgt voor een extra waterbron omdat waterdamp uit afkoelende lucht kan condenseren op dat bladoppervlak. Ook ondergronds gebeurt heel wat. Door het hogere humusgehalte kan de grond sowieso meer water bergen. Bij droogte gaan de bomen water uit diepere grondlagen opzuigen, dat via een soort ‘hydraulische lift’ ook in de gewaszone terechtkomt. Boomwortels en schimmeldraden kunnen uitspoelende voedingsstoffen opvangen onder de wortelzone van de gewassen en naar boven pompen zodat de plant ze kan opnemen. Tenslotte leggen bomen koolstof vast in het hout en via bladval en afstervende wortels ook in de bodem. In 2012 werd de potentiële klimaatwaarde van vastgelegde koolstof geschat op 282 euro/ha. Omdat het moeilijker en duurder wordt om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, zal de maatschappelijke waarde van koolstofopslag naar verluidt stijgen tot 1007 euro/ha in 2030. “De bomen op mijn landbouwgrond zijn op vele vlakken voordelig voor de bodem en de gewassen”, besluit François.

Monoculturen zijn niet productiever

Agroforestrysystemen produceren een derde meer biomassa per hectare dan monoculturen, omdat zonlicht, water en nutriënten beter benut worden. Agroforestry is landbouw in drie dimensies: zowel bovengronds als ondergronds wordt een extra laag leven toegevoegd. Wat resulteert is een productiever systeem met meer veerkracht.

Agro-ecologie brochure van Bioforum

In de mooie brochure “Het echte werk: boeren vertellen zelf hoe agro-ecologische landbouw werkt” lees je bijdragen over zaden, bodemvruchtbaarheid, zelfvoorzienende veehouderij, agroforestry (zie bovenstaand artikel) en meer…

Liever gratis papieren versie? Vraag aan via: info@bioforumvl.be of tel. 03 286 92 78