Ga naar de inhoud

de familie van de Fabaceae (Vlinderbloemigen)

De familie van de Fabaceae is zeer uitgebreid en gevarieerd. Er behoren bomen toe zoals de acacia, maar ook kruidachtige en houtachtige klimplanten, één- of meerjarige grassoorten en vele ons bekende peulvruchten (erwten, bonen, linzen e.d.) en klavers.

Bijzonder is het vermogen dat de meeste gewassen van deze familie hebben om stikstof dat zich in gasvorm in de lucht bevindt, tot vaste stof te binden en aan het wortelgestel van de plant of boom af te zetten.
Dat gebeurt in samenwerking met de bacterie Rhizobium, in een vorm van symbiose. Het is een natuurlijke wijze van bemesting met nitraten waardoor de kwaliteit van de grond verbetert. Men spreekt van groenbemesting.

Grosso modo is de totaalvegetatie van wouden, prairies en woestijnen afhankelijk van de aanwezigheid van gewassen, die dit stikstofbindend vermogen hebben. Slechts in weinig ecosystemen, waarin de familie van de Fabaceae niet of te gering vertegenwoordigd is, hebben zich alternatieve methoden ontwikkeld om stikstof te binden; in waterecosystemen b.v. door tussenkomst van de cyanobacteriën.

Ook in de landbouw is de stikstofbinding door vlinderbloemigen van wezenlijk belang. Vóór de introductie van chemische kunstmeststoffen op basis van in aardolie aanwezige grondstoffen (soms met gebruikmaking van kernenergie tijdens het productieproces) was het telen van voedselgewassen, met uitzondering van rijst, afhankelijk van de stikstofbinding door vlinderbloemigen en de inbreng van dierlijke mest. Alleen al om die reden was teeltrotatie noodzakelijk.

De rijke landen beschikken nu naast natuurlijke middelen over een synthetisch middel om stikstof in de voedselkringloop te brengen. Maar wereldwijd gezien is de landbouw nog steeds in hoge mate afhankelijk van de vlinderbloemigen en van dierlijke bemesting