Ga naar de inhoud
Hoogopgesnoeide populieren

Boomsoorten zijn standplaatsgevoelig: niet elke boom groeit overal. Raadpleeg de bomenwijzer!

Snelle groeiers

Over het algemeen hebben deze snelgroeiende boomsoorten een lage dichtheid en geringe waarde, maar afhankelijk van waar het hout voor dient, is de bedrijfstijd tussen de 10 en de 30 jaar. Populier, wilg, els, esdoorn en berk zijn snelle groeiers. Bovendien maken moderne technische procédés het mogelijk om zelfs met hout uit lagere duurzaamheidsklasse toch nog hoogwaardige toepassingen te maken, zoals OSB-platen die als constructiemateriaal gebruikt worden. Ook pulp of papierproductie is met deze soorten mogelijk.

Populier

Hoogopgesnoeide populieren

Dit is omwille van zijn snelle groei, gemakkelijke reproductie en goede boomvorm een zeer veel gebruikte boomsoort in gematigde agroforestrysystemen in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, China en Noord-Amerika. Verschillende klonen zijn beschikbaar op de markt die mogelijk in agroforestrysystemen minder gevoelig zijn aan roest dan in populiermonoculturen, hoewel onderzoek dit nog moet aantonen. Populieren groeien op de meeste gronden waar de grondwatertafel ’s zomers lager staat dan 50cm en kunnen enorme hoeveelheden water opzuigen. De schaduw die ongesnoeide populieren geven is redelijk groot in vergelijking met even oude bomen van een andere soort. Maar door de lagere takken te snoeien met behulp van een hoogtewerker, kan dit effect beperkt worden. In het Verenigd Koninkrijk werd onderzoek gedaan naar mengteelt van populier met wintertarwe en –koolzaad, en telkens was de productiviteit hoger dan in monocultuur, omdat licht, nutriënten en water efficiënter benut werden. De gewasontwikkeling bij het graan was al vergevorderd vooraleer de populieren hun volledige kroon ontwikkelden, en ook stikstof- en watercompetitie waren laag. De belangrijkste reden hiervoor lijkt dat boom en gewas andere bodemlagen aanboren. Populier is bovendien in Vlaamse context een veelbelovende soort omdat een belangrijke populierverwerkende industrie hier is gevestigd, die afhangt van lokale aanvoer om operatief te blijven.

 

Wilg

Wilgen zuigen water op

Wilgen zuigen water op

Heeft gelijkaardige eigenschappen als de populier, maar is beter bestand tegen hoge grondwaterstanden. Wilg groeit op zand-, leem- en lichte kleigronden met een grondwatertafel lager dan 30cm in de zomer. Nadeel is de gevoeligheid aan watermerkziekte, vooral na het 15de jaar. Maar hakhoutbeheer of knotten van wilgen vermindert het risico daarop. In korteomloophout wordt wilg ook gebruikt, en de soort kan dus ook dienen als meerjarige tussenteelt, waarbij het hout wordt verbrand om energie op te wekken (biobrandstof). De bladeren van wilg zijn ook een voedermiddel voor rundvee en geiten. Wilgehout wordt ook traditioneel gebruikt in de bloemenindustrie, mandenmakerij, dijk- of oeverstabilisatie, afsluitingen. Wilg produceert veel stuifmeel, waar verschillende solitaire bijen op afkomen. Oude (holle) wilgen kunnen tot tweeduizend verschillende soorten organismen herbergen. Tenslotte is wilgenbast erg rijk aan salicyne, wat de basis is voor acetylsalicylzuur, waarvan aspirines kunnen worden gemaakt.

 

Els

Zwarte els wordt reeds lang geteeld omwille van snelle groei, de mogelijkheid om in natte omstandigheden te kunnen overleven en de stikstoffixatie. De bladeren van de els zijn ook een voedermiddel voor rundvee en geiten. Elzen werden vroeger vaak aangeplant om rivieroevers en wegbermen te stabiliseren, maar brengen ook goed brandhout voort.

Elzensingellandschap

Elzensingellandschap

In Nederland werden traditioneel elzensingels aangelegd: multifunctionele stroken met elzen waarbij de percelen omzoomd zijn en dus op een natuurlijke manier bemest worden. In een recent Nederlands onderzoek over verbrede elzensingels werd bekeken hoe deze kunnen verduurzaamd worden. Door de elzensingels te verbreden met een mantel, waarin kwaliteitshout wordt geteeld, en een zoom waardoor een wandelpad wordt gelegd, worden agrarische productiefuncties verweven met natuur, landschap en houtteelt en wordt de consument nauwer betrokken bij de landbouwpraktijk. Op de figuur is te zien hoe deze elzensingels een corridorfunctie vervullen voor planten en dieren door een fijnmazig netwerk te vormen in het landschap. Qua recreatie zijn hier eveneens goede mogelijkheden (uitbouw fietspadennetwerk,…).

 

Esdoorn & Berk

Deze soorten groeien snel in hun jeugd en lenen zich dus zoals populier goed voor zachte chips om tot OSB-platen te maken, maar kunnen ook in de papier- en pulpindustrie dienen.

Multidoelbomen

Noten

Notelaren zetten zeer laat blad

Notelaren zetten zeer laat blad

De meest veelbelovende boomsoort voor agroforestry in de gematigde streken is misschien wel de Walnoot. Notenhout is zeer goed van kwaliteit, maar de jaarlijkse productie van noten (na een 3-tal jaar) is een belangrijke jaarlijkse bron van inkomsten. Toch kan ook gekozen worden voor zuivere houtproductie met de (Amerikaanse) Zwarte walnoot. De boomsoort zet niet alleen zeer laat blad, maar laat het blad ook zeer vroeg vallen. Bovendien hebben notelaren van nature uit een belangrijke penwortel, die de diepte induikt, en is de horizontale beworteling minder uitgesproken. De stof juglon, die notelaren produceren, zou een inhiberend effect hebben op sommige gewassen (maïs, aardappelen), maar niet op andere (granen, gras, koolzaad, kleinfruit). Maar bij maïs en aardappelen wordt dit effect niet altijd waargenomen. Er wordt verondersteld dat (vermits noten zulke brede toepassing kennen als agroforestryboom) de positieve effecten van noten in het systeem groter zijn dan de inhiberende effecten van juglon. De bodemvereisten voor de noot zijn niet uitgesproken, maar de bodem moet goed gedraineerd zijn. Voor nootproductie zijn de vruchtbaarste bodems het best. Op 20-jarige leeftijd wordt de maximum nootproductie bereikt (18 kg/boom), de noten kunnen mechanisch worden geoogst, waarbij de boom wordt geschud en de noten kunnen worden opgezogen. In 2005 werd een gedetailleerde bedrijfseconomische analyse gedaan van grasland met noten in het tijdschrift Boerderij (2005).

 

Tamme kastanje

Kastanjes zijn rijk aan vitamine C

Kastanjes zijn rijk aan vitamine C

Deze boom produceert timmerhout van zeer goede kwaliteit, kastanjehout kan de vergelijking met tropisch hardhout doorstaan op een termijn van 40 jaar, ongeveer 1m3 per boom. Daarnaast produceert de boom ook eetbare kastanjes (zeer rijk aan vitamine C): na 5 jaar 2kg, na 10 jaar 10kg en na 20 jaar 20kg per boom. De oogsttechniek is vergelijkbaar met die van de walnoot. Kastanjepuree is in Frankrijk een specialiteit, maar gepofte of gekookte kastanjes kunnen even goed hier bij een gestoofde savooikool de smaakpapillen verzadigen. Qua bodemvereisten zijn kalkarme lichtzure bodems te verkiezen, met een grondwatertafel in de zomer dieper dan 80cm. De kastanje geeft meer schaduw dan de noot en wortelt zeer diep.

 

Boskers

Waardevol kersenhout

Waardevol kersenhout

Kent een zeer goede productie van kwaliteitshout, de snelgroeiende klonen geven geen of weinig kersen. Qua bodemvereisten: kers heeft een rijke zandbodem of lichte klei- of leembodem nodig, die goed gedraineerd en niet te nat is. Hoogste opbrengst op diepe leembodems. Men moet op zeker 36 jaar rekenen om een degelijke houtproductie te krijgen. Mogelijk treedt de oppervlakkige wortelontwikkeling in concurrentie met de tussenteelt, ook geeft de soort meer schaduw dan tamme kastanje en noot. Stel dat men 100 bomen per ha zet, wordt verwacht dat (met voldoende kalkvoorraad in de bodem) op 5 jaar de eerste kersen worden geproduceerd, dat er slechts om de vijf jaar kersen zijn, en dat op leeftijd van 10 jaar 5 ton kersen worden geoogst. Na een kleine 40 jaar kan per boom toch 1,5 m3 hout geoogst worden.

 

Es

Essen produceren kwaliteitshout en groeien relatief snel. Vroeger waren essenbladeren en –twijgen ideaal als component in het veevoer: bomen werden gesnoeid tot op de stam, en elk jaar opnieuw werd het snoeiafval aangewend als veevoer.

Esdoorn

Deze groeit snel en produceert ook kwaliteitshout voor allerhande doeleinden. De soort stelt zeer weinig eisen aan de bodem. Bovendien kan het sap van sommige esdoornsoorten afgetapt worden om er stroop van te maken. Momenteel wordt dit geïmporteerd, maar het kan ook hier geproduceerd worden.

Robinia

Robinia fixeert stikstof

Robinia fixeert stikstof

Deze produceert hout dat qua duurzaamheid (hardheid) de vergelijking kan doorstaan met tropisch hardhout. Bovendien is het een snelle groeier en fixeert Robinia stikstof in de bodem, die kan ter beschikking komen van de tussenteelt via bladval en wortels. De bloemen van de acacia laten een hoge honingproductie toe. Er zijn perspectieven als veevoedercomponent (de volgroeide bladeren zijn rijk aan proteïnen), hoewel over verteerbaarheid nog onderzoek nodig is. Het is een soort die laat blad zet, dus veel licht voor de tussenteelt overlaat. De boom is ook zeer droogtetolerant De aard van de wortelontwikkeling is afhankelijk van bodemsoort en Robinia-variëteit. In arme bodems zou de boom diepere wortels ontwikkelen, en in rijkere zou er meer horizontale (en dus met de tussenteelt concurrerende) wortelontwikkeling zijn. In Nederland is een stichting actief die het aanplanten van Robinia wil aanmoedigen: Stichting Robinia.

 

Valse christusdoorn

Gleditsia als sojavervanger?

Gleditsia als sojavervanger?
thebestasthmaremedies.com
stop-infections.net

Deze boom produceert goed hout en peulen die als veevoeder voor herkauwers zeer geschikt zijn. Met schapen gebeurde reeds onderzoek in Frankrijk en het potentieel om soja gedurende de herfst of winter te vervangen in het veevoeder is zeker aanwezig. Belangrijk is om de juiste variëteiten te nemen met zachte zaden. Op een diepe bodem met voldoende water kan tot 2 ton droge stof aan peulen worden geproduceerd op 10-jarige leeftijd (200 bomen per ha). Er is een zeer lichte schaduw van het bladerdek en de penwortel kan echt diep gaan, terwijl er veel minder horizontale wortelontwikkeling is dan bij veel andere boomsoorten. Stelt weinig bodemvereisten. Het is onduidelijk of de soort nu stikstof fixeert of niet, verschillende bronnen spreken elkaar tegen. Verder onderzoek is wenselijk voor deze veelbelovende soort. Bovendien is het een zeer mooie boom, die vaak als laanbeplanting in steden wordt gebruikt.

 

Appel & Peer

De bestaande laagstamvariëteiten van appel en peer zouden kunnen gecombineerd worden met winter- of lentegroenten als tussenteelt. Traditionele hoogstamvariëteiten werden vaak geplant in wijde plantverbanden, zodanig dat schapen of ander vee onder de bomen kon grazen. Peren zijn goed bestand tegen overtollig vocht en ook droogte, ze hebben ook een diepgaand wortelstelsel. Het nadeel van laagstam is dat het hout niet van hoge kwaliteit is en het inkomen alleen van de appels moet komen. Vandaag de dag bestaan subsidies om hoogstamvariëteiten van oude fruitrassen instand te houden om de genetische diversiteit in stand te houden.

Lijsterbes

Lijsterbes heeft zeer hard hout

Lijsterbes heeft zeer hard hout

De lijsterbes die vroeger zeer wijdverspreid was, is een soort die kan herontdekt worden. Het harde hout is zeer waardevol en werd vroeger gebruikt om karren van te maken of radarwerk voor molens, het is ook zeer geschikt voor meubels, keukengerei, gymnastiektoestellen. Vandaag is het even gegeerd als notenhout of elsbes. In Frankrijk maken sommigen er confituur van of cormé, een alcoholische drank vergelijkbaar met cider. Nadat de vruchten 8 tot 12 uur geweekt zijn in verdunde azijn, kunnen zij tot jam verwerkt worden, eventueel gemengd met appels. In Duitsland worden de bessen op jenever gezet. Zij bevatten veel vitamine C. Gedroogd en gemalen leveren zij een smakelijk meel op. Geroosterd zijn zij als koffiesurrogaat te gebruiken. De lijsterbes gedijt op matig droge, voedselarme zure bodem, maar toch het liefst op vochthoudende, humusrijke grond.

 

Lagerblijvende struiken en heesters

Hazelaar

Binnenkort lokaal gekweekt?

Binnenkort lokaal gekweekt?

Deze struik die tot 2,5m hoog kan worden, produceert best op goed gedraineerde bodems. Ze zijn goed bestand tegen droogte en hebben een diepgaand wortelstelsel. Hazelaars hebben niet vaak last van ziekten, en lenen zich dus goed in een biologisch productiesysteem. Er zijn sinds kort variëteiten beschikbaar die zeer goede kwaliteitsnoten produceren, maar best wordt een mengeling aangeplant voor optimale bestuiving en stabielere nootproductie. Momenteel worden zeer veel noten uit Turkije ingevoerd, maar hier kunnen ook kwaliteitsnoten geproduceerd worden en die teelt blijkt financieel even lonend als suikerbieten. In Nederland werd ook geëxperimenteerd met een tricultuur van walnoot, hazelnoot en duindoorn.

 

Duindoorn

Duindoorn: anti-oxidantenbom!

Duindoorn: anti-oxidantenbom!

Deze soort produceert oranje bessen met een enorm hoge voedingswaarde. Komt vaak voor aan de kust dus is bestand tegen zoute omstandigheden. De bessen kunnen vermarkt worden voor gezondheidsspeciaalzaken wegens hun extreem hoge vitamine A en C-gehalte, maar ook medicinale oliën kunnen uit de twijgen en bladeren gehaald worden. In Noord-Nederland wordt duindoorn als streekproduct vermarkt. Het is een inheemse soort. De struik fixeert stikstof uit de lucht en heeft een diepgaand wortelstelsel. De markt is al redelijk goed ontwikkeld voor deze teelt.