Ga naar de inhoud

Franse boeren willen de planeet redden.
Een ambitieus plan? Met kleine stappen kunnen ze de transitie maken naar agro-ecologische landbouw.
In de Franse documentaire ontdek je hoe het er aan toe gaat: op het veld, en op het beleidsniveau. Eén en ander wordt bemoeilijkt door banken en coöperaties. Lees alvast de heldere synthese van Pieter Vandenheede. Of download de documentaire van 27 maart 2020 (83 minuten, 970Mb).

 

 

  1. Landbouwers wisselen ideeën uit in Meuse (noordoost Frankrijk)

Bijeenkomst van 140-tal landbouwers die met minder pesticiden willen gebruiken:

  • Ook een vertegenwoordiger van de chemische industrie is aanwezig. Hij beseft ook de nood aan meer en meer alternatieven voor landbouwgif. Jongere boeren willen alternatieve landbouw (bijv. meer bodembedekkende, beschermende vegetatie);
  • Er is een revolutie in het landbouwmilieu bezig. Het conservatief boerenimago is onterecht: landbouwers willen wel degelijk mee. Ze begrijpen ook dat de wereld verandert. Chemische producten zijn vaak schadelijk en gezondheid is belangrijk, ook voor consumenten;
  • Laatste 50 jaar: goede opbrengsten maar door de bodem intensief te bewerken. Dat wreekt zich nu: de opbrengsten lopen terug.

  1. Believers en sceptici nemen deel aan proefproject (Les Deux-Sèvres, zuidwest Frankrijk) 

De “believer”: Fabrice

  • 10 jaar geleden gestopt met landbouwgif, teelt nu graan zonder pesticiden, met de hulp van een biodiversiteitsexpert. Hij is niet alleen: 19% van de Franse boeren hebben de transitie gemaakt naar biolandbouw;
  • Bio-landbouw leidt tot een heel andere invulling van het beroep, vergelijkbaar met een ontwenning van wat je ooit leerde:
    • Van meerdere insecticiden naar geen enkele;
    • Investering (34.000 euro) in mechanische bestrijding van onkruid via gps. De machine haalt zeer precies de onkruiden weg en laat het gewas staan (3x meer werk);
    • Het inkomen vermindert niet, integendeel: 25-50% meer inkomen. Geen zorgen over graanprijs: 4 jaar op voorhand is de oogst al verkocht tegen vaste prijs van 450 euro/ton (in plaats van een fluctuerende, aan de beurs gelinkte prijs van 150-200 euro/ton);
    • Biodiversiteit stijgt: verdwenen vogels zoals buizerds en zwaluwen komen terug.

De sceptici: Alain en zoon Matthieu

  • Ze tonen geen bereidheid om op korte termijn een transitie te doen. Door recente, nog terug te betalen investeringen in hun melkveehouderij, moeten ze immers de verhoogde productie op peil houden;
  • Wel bereidheid om mee te doen aan een proefproject: – 50% pesticiden en – 50% meststoffen op 200m2. Hun eerste indruk is dat er veel onkruid staat.

Proefproject op testvelden met pesticiden- en stikstofreductie:

  • Al acht jaar testen van stalen langs de kant van percelen: 
    • Eerste visuele check: geen verschil in grootte of densiteit;
    • Onderzoeksresultaten bevestigen: na 30-50% vermindering van stikstof en herbiciden en na verrekening van de kost van stikstof, is het gewas met minder inputs wel degelijk financieel gunstiger;
  • Resultaten zijn tegengesteld aan het idee dat leeft in landbouwonderwijs. Dat idee is moeilijk bij te stellen, vele landbouwers zijn niet klaar voor transitie en blijven sceptisch. Tegelijk beseffen ze dat de nieuwe generatie geen keuze heeft. De consument wil ook meer en meer bio.

 

  1. Politieke bereidheid in Frankrijk? 

  • In 2007: Milieu Ronde Tafel (‘le Grenelle de l’environnement’):
logo franse milieuraad
logo franse milieuraad
    • Ambitieuze doelstelling: initieel voorstel tot vermindering met 50% van het gebruik van pesticiden: Eco-fyto-plan (‘le Plan Eco-fyto’). Na lobbying afgezwakt: 50% reductie “indien mogelijk”;
    • Maar: 5 jaar later blijken ongunstige cijfers van Ministerie van Landbouw: het pesticidengebruik nam toe met 5% tussen 2009 en 2013;
  • Parlementslid en landbouwer Dominique Potier wilde vervolgens het pesticidengebruik met 25% verminderen, zoniet volgde een sanctie. De pesticidenlobby vocht deze regel echter met succes aan bij Raad van State. In een herwerkt voorstel in 2017 heeft de Regering de sancties weggehaald. Zo is de enige afdwingbare maatregel weggehaald.

 

 

 

  • Balans: 
    • Het gebruik van pesticiden is in 10 jaar met 25% toegenomen;
    • Frans Rekenhof: doelstellingen Eco-fyto-plan niet behaald. Het heeft 400 miljoen euro publiek geld gekost, dus het Rekenhof vraagt meer transparantie;
    • Minister van Landbouw Didier Guillaume spreekt niet van een fiasco, want de aankoop van de meest gevaarlijke pesticiden is met 17% afgenomen. Hij geeft wel toe dat ergens iets niet gewerkt heeft. Dat is nog te onderzoeken. Misschien waren de doelstellingen te zwaar. Er zou geen geld door de vensters zijn gegooid, want het gaat de goede richting uit met bio. Het ‘Plan ambition bio Macron’ is bovendien ruimer (1,1 miljard euro). Er is geen draagvlak om belastingen op pesticiden te heffen, wel positieve discriminatie voor zij die transitie naar biolandbouw maken;
    • Nieuwe doelstelling: nu moet het pesticidengebruik pas tegen 2025 met 50% verminderen

 

  1. Duurzame/regeneratieve veeteelt: opleiding in Creuse (centrum Frankrijk) en toepassing in Pyrénées-Atlantiques (Zuidwest-Frankrijk)

De Franse landbouwsector is verantwoordelijk voor 16% uitstoot van broeikasgassen. Weilanden kunnen dienen om broeikasgassen in op te slaan.

Internationale opleiding voor een duurzame veehouderij door expert Jaime Elizondo

  • Praktijk van roterend begrazen: dieren enkel met aanwezige vegetatie voeden in plaats van met geïmporteerde soja. Deel een perceel op in stroken en open meerdere keren per dag een nieuwe strook gras. De kudde wordt telkens geblokkeerd door een elektrische draad en moet alles eten voor ze naar een volgende strook mag. De kudde mag niet langer dan 4 dagen op een perceel blijven grazen om te vermijden dat ze herbegraast wat net terug groeide;
  • Dieren functioneren als een “tondeuse” op het weiland. De dieren voeden zich goed, hun ecologische voetafdruk is minder groot. Minder werk dan indien het vee op meerdere weilanden staat. Ook verdubbeling van de opbrengst en betere groei van de vegetatie.

Félix Noblia als pionier

  • Hij startte jong met traditionele veeteelt en komt niet uit een landbouwgezin. Al snel stelt hij vast dat er iets moest veranderen om er financieel aan uit te raken. Vervolgens is hij met regeneratieve veeteelt gestart (weide in twee gedeeld en niet-selectieve begrazing: starten met minder “lekkere” weidedelen, daarna de lekkerdere). De opstart geeft nog wat schoonheidsfoutjes (koeien hadden de elektrische draad open gekregen);
  • CO2-uitstoot maakt plaats voor CO2-opslag: de weilanden van Felix nemen 180 ton op, zijn koeien stoten 60 ton uit: dus positieve balans. Bovendien: lokale voeding met eigen graanteelt dus geen extra voetafdruk;
  • Bedrijf is gered door de regeneratieve veeteelt: 20.000 euro minder voeder nodig, 4.000 euro minder dierenartskosten, want dieren zijn minder ziek;
  • Bekroning met prijs voor agro-ecologie op Landbouwsalon 2017. Intussen is hij ook actief op sociale media (youtube) als spreekbuis voor de agro-ecologie.

Een buur van Felix: Jean-Jacques

  • Na 30 jaar traditionele veeteelt en grote schulden lag de keuze voor: ofwel autonoom worden, ofwel nog meer schulden. Toen is ook hij gestart met selectieve begrazing op stroken. Hij roept het vee toe, dat zo weet wanneer ze naar een vers stuk zullen kunnen;
  • Weggegaan uit het syndicaat en hoge sociale prijs betaald: vele collega’s keren hem de rug toe. Maar mentale gezondheid is wel veel beter nu;
  • Nog veel hindernissen: vermindering in meststoffen, pesticiden en grootschalige machines treft producenten en verkopers. Een bestaande situatie wijzigen, dreigt het bestaande economisch model omver te gooien. De transitie kan dus maar slagen met ondersteuning vanuit overheid.

 

  1. Problemen met de landbouwcoöperatie in Dordogne (Zuidwest Frankrijk)

  • Veehouder Patrice en zoon David hadden een zeer performante melkveehouderij, maar ondanks vele werk in de schulden geraakt en boerderij onder gerechtelijke curatele gezet;
  • Vervolgens transitie naar agro-ecologie: ‘s zomers met vee op de weiden en ‘s winters gevoed met zelfgemaakte voeding;
  • De landbouwcoöperatie weigert in 2018 om hem nog koolzaad te leveren, ondanks een contract en jarenlange relatie met afname van landbouwgif en soja. Volgens de coöperatie is het risico plots toch te groot dat Patrice niet zou kunnen terugbetalen en heeft de weigering niets te maken met de keuze van Patrice voor biolandbouw;
  • Zijn coöperaties en banken een rem op de wijzigingen?
    • Anonieme getuigenissen: coöperaties hebben geen financiële stimulans om agro-ecologie te steunen dus steunen ze niet. Ook banken zijn een rem op de transitie: winst op een lening is gedefinieerd vanuit een klassiek landbouwmodel, niet vanuit agro-ecologie. Banken erkennen de economische voordelen van biolandbouw niet, ook al zijn die er wel;
    • Rapport (2012): het landbouwproductiesysteem kent een “lock-in”, zit in een doodlopende straat. Het rust op een systeem van intensieve afname door nieuwe leden, waar zeer moeilijk uit te raken is. Dat kan de nodige investeringen richting biolandbouw afremmen;
    • De minister van landbouw ziet geen probleem van “lock-in”. Op macroniveau is er wel degelijk beweging richting biolandbouw. Het is een hot topic. Landbouwers geven ook aan dat ze niet in levensonderhoud kunnen voorzien.

 

  1. De EU: herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) 

  • Boeren halen de helft van hun inkomsten uit het GLB. Het budget is 408 miljard euro (2014-2020), waarvan 58 miljard voor Frankrijk. Dit jaar wordt het hervormd. Het middenveld vraagt een groener en duurzamer GLB, om de transitie naar biolandbouw te faciliteren.
  • Nu genieten vooral grote landbouwbedrijven veel geldelijke steun, omdat de steun is gebaseerd op aantal hectaren. Verschillende stemmen gaan op om het aantal werknemers als basis te nemen voor steun. Zo heeft een boer meer baat bij het aannemen van extra personeel (voor arbeidsintensievere manieren van produceren) dan bij het inzetten van pesticiden. Het EU Rekenhof bevestigt dat de berekening op basis van aantal hectaren niet aangepast is aan verschillende milieu- en klimaatnoden.
  • Denktank ‘France Stratégie’ wil een radicalere oplossing, door het principe van “de vervuiler betaalt”. Een pesticidengebruiker zou dan minder steun ontvangen. Officieel heeft het Ministerie van Landbouw nog niet gereageerd, maar de minister bevestigt dat er geen draagvlak is voor meer belastingen. Zij die de biolandbouw toepassen, moeten wel beter worden beloond.

 

  1. Transitie in de wijnbouw in Zuid-Frankrijk (Hérault)

Nathalie strijdt voor een duurzame oplossing tegen de klimaatverandering in wijngaarden:

  • Klimaatverandering is een bedreiging (zowel droogte als overstromingen / erosie). Tegen 2050 zal grondwatertafel nog dubbel zoveel zakken in de zomer;
  • Wetenschap is de oplossing. Hoe kan je meer water in de bodem vasthouden?
    1. Sommige wijnbouwers zijn naar hogere, wildere streek getrokken, waar het koeler is. Vegetatie is daar ook beter bestand tegen droogte. Ook hier blijkt adaptatie cruciaal: elk jaar, maand, week is er wel een nieuw probleem;
    2. Gras laten groeien tussen de ranken, is een oplossing (‘enherbement’). Het helpt tegen erosie na onweer en tegen uitdroging, maar vergt onderhoud door werknemers. Nathalie dringt aan op een verplichte beperking van herbiciden, maar beseft dat je dat beter via omwegen probeert af te dwingen want er is nog zeer veel weerstand op politiek niveau;
    3. Het gebruik van speciaal aangepaste mycorrhizae (microscopisch kleine paddenstoelen die met hun meeldraden de wortels met de grond verbinden en tegelijk CO2 opnemen). Testen op wijnranken die sedert 5 jaar aan biolandbouw doen, zijn gunstig en tonen een veel luchtigere, weerbare bodem. Dat zijn bemoedigende resultaten, want 10% van de Franse gronden zijn in een ongunstige staat beland.

 

De documentaire volgde diverse boeren: hoe ze elkaar inspireren, hoe ze botsen op problemen. De weg om het beter te doen is in de praktijk niet aangeduid met heldere wegwijzers. Het is uitproberen, falen, leren en opnieuw proberen.  Maar er zijn mooie resultaten neergezet: individuele boeren slagen erin om een ander model te creëren. 

Voor het beleid is er een lange weg te gaan. Er zijn veel krachten die de verbeteringen tegen houden. Door vanuit de praktijk aan te tonen dat er alternatieven zijn voor het dominante model kunnen er nieuwe keuzes gemaakt worden, waar voldoende gezond voedsel, een hersteld milieu en eerlijkere verhoudingen in de voedselketen mogelijk worden. Hoedanook, dat vereist politieke strijd.