Ga naar de inhoud
Tijdens de landbouwonderhandelingen bij de WTO in het kader van de Doha-ronde worden pogingen gedaan om aan twee nieuwe begrippen inhoud te geven. Het gaat aan de ene kant om Special Products die zijn afgestemd op de ontwikkelingslanden en om Sensitive Products, die eerder geformuleerd worden ten behoeve van de ontwikkelde landen.

DOHA doodlopende straat

Hier treft u een kaleidoscoop aan van visies rond het mislukken van de eind juli 2006 gevoerde onderhandelingen binnen de WTO.

Ontwikkeling is het doel: de Afrikaanse landen stippelen route uit

Het voorstel van de Afrika groep, een verbond van 41 Afrikaanse landen, dat zij op 7 juni 2006 in de WTO deden voor het beheersen van de handel in agrarische grondstoffen is een verfrissende kijk op hoe de armoede en de verbetering van de levensstandaard op het platteland aan te pakken in de context van de Doha-agenda.

Nu de ontwikkelingslanden een krachtige stem krijgen, schuwt de VS multilaterale handelsovereenkomsten omdat het niet langer zijn zin krijgt.
In zekere zin is de dood van Doha een generale repetitie, alhoewel een vroege, voor het einde van de globalisering. En zij die het begraven, zullen zij zijn, die het hebben ontworpen en ervoor hebben geijverd – de VS en Europa.

In de WTO vertaalt het recht op bescherming zich concreet in het voorstel van de G33 (een veertigtal ontwikkelingslanden) voor "speciale producten" (SP) en "bijzonder vrijwaringsmechanismen" (SSM).
Is daar nu een "groot gevecht" over aan de gang met de exportlanden, waaronder helaas ook tal van ontwikkelingslanden…Zie artikel van Third World Network hieronder.

WTO-overleg zomer 2004

Dit weekend spraken ministers van over de hele wereld als in koor de woorden na van de Directeur Generaal van de WTO, de wereldhandelsorganisatie, in zijn aanprijzing van een voor de internationale handel "waarlijk historische" overeenkomst. De overeenkomst – een kadertekst van wat zal, kan of moet onderhandeld worden – was zeker in lijn met de historie van de landbouwonderhandelingen bij de WTO. Hij zit vol goed bedoelde retoriek maar pakt op geen enkele manier de fundamentele uitwassen aan in de wereldmarkten van landbouwproducten.

Bezig aan een WTO-ronde die rampzalig zal zijn voor de armen

De uitkomst van de krachtmeting – een ondoorzichtig en sommige partijen uitsluitend proces van onderhandelingen – is een raamovereenkomst die de belangen van de sterken beschermt.
Binnen de landbouw is de raamovereenkomst een wettig instrument voor de VS en de EU om hun subsidies in stand te houden. Het is niet anders dan een oefening in het van de ene in de andere doos schuiven, terwijl ondertussen de markten van de ontwikkelingslanden worden opengebroken.

Op 26 juli 2004 bracht de ontwikkelingsorganisatie Action Aid een nieuw rapport uit waarin de VS en de EU worden beschuldigd van grove tactieken tegenover ontwikkelingslanden bij de huidige WTO-onderhandelingen. Het rapport dat de titel draagt : "Verdeel en heers : Hoe de EU en de VS bij de WTO allianties van ontwikkelingslanden beantwoorden " richt zich op de tactieken van de EU en de VS in de aanloop naar de ministeriële bijeenkomst van de WTO in Cancún en verder.

De Algemene Overeenkomst over Handel in Diensten die ter discussie staat bij de WTO heeft ook invloed op landbouw en voedsel.
Daarover publiceerde IUF in het Verenigd Koninkrijk een studie, die uitkwam op 17 juni 2004 onder de titel  : " The GATS Threat to Food and Agriculture ".

De dubbelzinnigheden van vrijhandel

Het debat over vrijhandel versus protectionisme duurt al 500 jaar; het loopt doorheen de geschiedenis van ons moderne wereldsysteem. Het argument ten gunste van vrijhandel is altijd geweest dat hij leidt tot maximale concurrentie, en dus maximale productie-efficiëntie, en dus verlaging van prijzen en tenslotte ten goede komt aan de consument. Het argument ten gunste van protectionisme is altijd geweest dat vrijhandel zeer negatieve gevolgen heeft voor verschillende nationale economische situaties, zowel op korte als op lange termijn.

Internationale regels voor landbouw hebben dikwijls perverse gevolgen voor kleine boeren en consumenten. De WTO-formules voor beoordeling van prijsondersteuningssystemen kunnen misleidend zijn zoals uit het onderstaande blijkt. In het geval van India kunnen zulke regels worden ingepast in een reeks beleidsmaatregelen die zowel op de buitenlandse als op de binnenlandse markt prijsverstoringen voortzetten, een klein aantal boeren bevoordelen ten koste van de meesten en consumenten te kort doen. Een effectief landbouwbeleid zou schaarse middelen kunnen inzetten voor ontwikkeling van infrastructuur voor kleine boeren of voor andere dan prijsondersteuning in de landbouw.